VERKLARING VAN DE ACCOUNTANTS AMSTERDAM, 23 April 1940. Aan de Aandeelhouders der Naamlooze Vennootschap Bataafsche Hypotheekbank Wij verklaren hierdoor de boekhouding Uwer instelling over het jaar 1939 te hebben gecontroleerd en in orde bevonden. Van de bestaande geldleeningen zijn ons de bewijsstukken getoond alle debiteuren hebben de saldo-biljetten per 15 October 1939 geteekend met uitzondering van twee, waarvan de eerste betreft een debiteur, die buitenslands verblijf houdt en wiens tegenwoordig adres niet bekend is en de tweede een debiteur, die weigert te teekenen. Beide onderpanden zijn bij de Bank in administratie. De in 1939 gesloten leeningen zijn overeenkomstig de ten kantore der Bank berustende stukken bij de hypotheekkantoren ingeschreven. Alle onroerende goederen, die de Bank ter afdoening van bij haar gesloten leeningen, hetzij bij verkoop krachtens art. 1223 B.W., hetzij uit de hand, heeft ingekocht, staan onbezwaard te haren name en zijn in de balans onder het hoofd ^Onroerende Goederen” opgenomen. De in 1939 afgeloste en geroieerde pandbrieven zijn, na onbruikbaar te zijn gemaakt, piet de administratie en de bescheiden vergeleken en in orde bevonden hetzelfde geldt voor de in 1939 betaalde coupons. Met de jaarrekening, waarin de in het jaarverslag aangegeven afschrijvingen en reserveeringen reeds zijn opgenomen, kunnen wij ons vereenigen. Wij hebben derhalve de Balans en Winst- en Verliesrekening, zooals deze in het verslag zijn afgedrukt, sluitende met een onverdeeld saldo van 258.36, ten bewijze van accoord- bevinding van onze handteekening voorzien. 15 De Accountants TH. L. LIMPERG

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1939 | | pagina 17