TOELICHTING bij de Balans en de Winst- en Verliesrekening ingevolge Art. 42 van het Wetboek van Koophandel De onroerende en roerende zaken zijn gewaardeerd naar den volgenden maatstaf le. de hypothecaire vorderingen op de saldi der uitstaande hypothecaire geldleeningen. Van de geldleeningen, waarvan de in 1939 vervallen rente op ultimo Maart 1940 nog niet ten volle was voldaan, werd het onderpand door onze deskundigen opnieuw getaxeerd, voor zoover voor deze leeningen niet reeds op grond van in de laatste jaren verrichte taxaties eene reserve was gevormd. In die gevallen, waarin het bedrag der geldleeningen de geschatte waarde overtrof, werd het verschil in de Reserve Geldleeningen opgenomen; deze Reserve werd verder nog met een bedrag van 20.000.verhoogd 2e. de overige vorderingen op het nominaal bedrag hier tegenover staat ten bedrage van 22.877.55 eene Reserve Debiteuren 3e. het kantoorgebouw op den kostenden prijs, verminderd met de sedert de aanschaffing toe gepaste afschrijvingen 4e. de overige onroerende goederen op de in overeenstemming met de door onze deskundigen in 1937 of later geschatte waarde, waarop thans eene afschrijving van 2 is toegepast. De Commissarissen De Directie C. DE RUIJTER Jr. w- DIJCKMEESTER CHR. BEELS w- RÖELL J. C. W. N. DE BRUIJN VAN MELIS EN MARIEKERKE J. P. M. M. VAN DIJK A. G. HUISKEN C. C. TH. SIX 14 -

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1939 | | pagina 16