Mogen wij hierover niet ontevreden zijn, grooter voldoening geeft ons het feit, dat
de rekening Dienst der Pandbrieven, welke wij ten vorigen jare gedwongen waren met een
bedrag van 95.270.61 op onze Balans te brengen en welke op 31 December 1938 tot 108.390.61
was gestegen, niet meer op onze Balans voorkomt. Van dit bedrag werd 91.274.61 ten laste
der Winst- en Verliesrekening gebracht, terwijl 17.116.kwam uit de vroeger gevormde
Reserve Geldleeningen, die, doordat de dekking van een aantal leeningen door waardevermeerde
ring van het onderpand gunstiger werd, met dit bedrag kon worden verminderd. Nu de conversie-
kosten geheel zijn afgeschreven, zullen voortaan eventueel weder vrijkomende bedragen uiteraard
worden teruggeboekt naar de Extra Reserve.
In het afgeloopen jaar maakten wij vijf maal gebruik van de ons verleende onher
roepelijke volmacht tot verkoop en werden in drie gevallen de verbonden perceelen door ons
ingekocht. Voorts hebben wij een perceel ondershands overgenomen. Van de ingekochte perceelen
werden sedert het uitbrengen van ons vorig jaarverslag zeven perceelen verkocht. Het saldo
der voor- en nadeelen ten bedrage van 9.764.is ten laste van de Winst- en Verliesrekening
gebracht. Tot de verliezen behoorde een bedrag van 12.550.op een vroeger ingekocht
onderpand, waarvan bij de verbouwing zoodanige verborgen gebreken te voorschijn kwamen, dat
wij er de voorkeur aan gaven het voor de grondwaarde te verkoopen, in stede van de reeds
aangevangen verbouwing voort te zetten. Ook namen wij tot meerdere zekerheid eenige onder
panden in administratie, terwijl van verschillende leeningen door het verkrijgen van bijverband
en borgtocht de waarborgen werden versterkt.
De ingekochte perceelen werden in die gevallen, waarin het onderhoud te wenschen
overliet, door ons in goeden staat gebracht, hetgeen weliswaar belangrijke uitgaven medebracht,
doch de waarde der perceelen verhoogde en het rendement bevorderde. Uit den in bijlage bij
dit verslag gevoegden Staat der ingekochte perceelen (Bijlage I) blijkt, dat deze op uit. December
1938 voor het grootste gedeelte waren verhuurd en de huuropbrengst bevredigend mag worden
genoemd.
Wat de balanswaardeering van de in 1938 ingekochte en verbouwde perceelen betreft,
hebben wij, evenals het vorig jaar, de gemaakte veilings- en verdere kosten afgeschreven en
deze perceelen opnieuw door deskundigen laten taxeeren, waarna de post Onroerende Goederen
met deze taxaties in overeenstemming is gebracht. Daar het ons bij onderhandelingen over den
verkoop onzer onroerende goederen is gebleken, dat een belemmerende invloed werd uitgeoefend
door het feit, dat de boekwaarde van elk perceel afzonderlijk in ons jaarverslag voorkwam,
hebben wij met deze gewoonte gebroken en op Bijlage I de desbetreffende kolom weggelaten.
Voorts hebben wij van alle geldleeningen, waarvan in April van dit jaar de in 1938
vervallen rente nog niet ten volle was voldaan, niet alleen het bedrag der nog onbetaalde rente
ten volle gereserveerd, maar voorzichtigheidshalve de voor deze leeningen verbonden onder
panden opnieuw laten taxeeren, voor zoover voor deze leeningen niet reeds op grond van in de
laatste twee jaren verrichte taxaties, eene reserve was gevormd. Evenals ten vorigen jare werd
in die gevallen, waarin het bedrag der geldleening de geschatte waarde overtrof, het verschil in
de Reserve Geldleeningen opgenomen.
Wij zijn van oordeel, dat wij aldus in de thans in ons bedrijf aanwijsbare risico’s
zoo goed mogelijk hebben voorzien en de jaarrekening ook thans weder hebben opgemaakt volgens
de in onze laatste jaarverslagen uiteengezette beginselenbehalve een bedrag van 402.
4