VERKLARING VAN DE ACCOUNTANTS
AMSTERDAM, 15 Mei 1939.
Aan de Aandeelhouders der
Naamlooze Vennootschap Bataafsche Hypotheekbank
Wij verklaren hierdoor de boekhouding Uwer instelling over het jaar 1938 te hebben
gecontroleerd en in orde bevonden.
Van de bestaande geldleeningen zijn ons de bewijsstukken getoond alle debiteuren
hebben de saldo-biljetten per 15 October 1938 geteekend met uitzondering van een, die is
overleden en wiens nalatenschap nog niet is geregeld.
De in 1938 gesloten leeningen zijn overeenkomstig de ten kantore der Bank be
rustende stukken bij de hypotheekkantoren ingeschreven.
Alle onroerende goederen, die de Bank ter afdoening van bij haar gesloten leeningen,
hetzij bij verkoop krachtens art. 1223 B.W., hetzij uit de hand, heeft ingekocht, staan onbezwaard
te haren name en zijn in de balans onder het hoofd „Onroerende Goederen” opgenomen.
De in 1938 afgeloste en geroieerde pandbrieven zijn, na onbruikbaar te zijn gemaakt,
met de administratie en de bescheiden vergeleken en in orde bevondenhetzelfde geldt voor de
in 1938 betaalde coupons.
Met de jaarrekening, waarin de in het jaarverslag aangegeven afschrijvingen en
reserveeringen reeds zijn opgenomen, kunnen wij ons vereenigen.
Wij hebben derhalve de Balans en Winst- en Verliesrekening, zooals deze in het
verslag zijn afgedrukt, sluitende met een onverdeeld saldo van 147.56, ten bewijze van accoord-
bevinding van onze handteekening voorzien.
De Accountants
TH. L. LIMPERG