TOELICHTING bij de Balans en de Winst- en Verliesrekening ingevolge Art. 42 van het Wetboek van Koophandel De onroerende en roerende zaken zijn gewaardeerd naar den volgenden maatstaf: le. de hypothecaire vorderingen op de saldi der uitstaande hypothecaire geldleeningen. Van de geldleeningen, waarvan de in 1937 vervallen rente op ultimo April 1938 nog niet ten volle was voldaan, werd het onderpand door onze deskundigen opnieuw getaxeerd, voor zoover voor deze leeningen niet reeds op grond van in 1937 verrichte taxaties eene reserve was gevormd. In die gevallen, waarin het bedrag der geldleeningen de geschatte waarde overtrof, werd het verschil in de Reserve Geldleeningen opgenomen; 2e. de overige vorderingen op het nominaal bedrag; hier tegenover staat ten bedrage van 47.699.73 eene Reserve Debiteuren; 3e. het kantoorgebouw op den kostenden prijs, verminderd met de sedert de aanschaffing toe gepaste afschrijvingen; 4e. de overige onroerende goederen op den kostenden prijs, verminderd met de sedert de aan schaffing toegepaste afschrijvingen. Het in de balans opgenomen bedrag is in overeen stemming met de door onze deskundigen in 1937 of later van alle onroerende goederen opnieuw geschatte waarde. De Commissarissen: De Directie: C. DE RUIJTER Jr. W. DIJCKMEESTER CHR. BEELS J. C. W. N. DE BRUIJN VAN MELIS EN MARIEKERKE J. P. M. M. VAN DIJK A. G. HUISKEN C. C. TH. SIX 14

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1937 | | pagina 16