E. Naar de wijze van aflossing.
559 met halfjaarlijksche aflossing11.912.865.50
117 zonder periodieke - 2.047.525.
676 13.960.390.50
F. Naar de rente.
7
14
4 pCt
4%
4
43/«
45
414
5
454 I
105
43/
6
47/.
262
5
10
514
201
514
3
534
14
5 y2
676
249.375.—
Reserven
12.000.—
261.375.—
335.450.—
-
335.450.—
62.000.—
-
62.000.—
1.024.225.—
- 10.000.—
-
1.034.225.—
151.475.—
-
151.475.—
2.448.050.—
- 70.500.—
-
2.518.550.—
136.750.—
-
136.750.—
4.907.575.—
- 207.500.—
-
5.115.075.—
401.950.—
-
401.950.—
3.629.465.50
-
3.629.465.50
42.225.—
-
42.225.—
271.850.—
271.850.—
L3.660.390.50
300.000.—
13.960.390.50
Het gezamenlijk bedrag der op 31 December 1937 loopende 660 leeningen ten bedrage
van 13.660.390.50 levert aan interest op 676.735.87 zijnde gemiddeld 4.9540 terwijl de
rente der op dien datum uitstaande pandbrieven bedraagt 585.915.—, zijnde gemiddeld 3.9369
De marge tusschen gemiddelde hypotheek- en pandbriefrente maakt, oppervlakkig gesproken, geen
ongunstigen indrukhierbij dient echter in het oog te worden gehouden, dat, zoolang het proces
van renteverlaging zoowel voor hypotheken als voor pandbrieven voortduurt en stabilisatie nog
niet is bereikt, aan deze cijfers slechts betrekkelijke waarde kan worden toegekend.
PANDBRIEVEN.
Op 31 December 1937 bedroeg het totaal der in omloop zijnde pandbrieven
14.756.700.—waarvan 12.896.200.4 pandbrieven en 1.860.500.— 3J pandbrieven.
Inmiddels verminderde het bedrag der 4 pandbrieven met 1.320.000 en stegen de 3%
pandbrieven met een gelijk bedrag, terwijl per 1 Juli a.s. 750.000.4 pandbrieven
aflosbaar zijn gesteld.
Van de belangrijke wijzigingen, welke, zooals hierboven beschreven, het pand
brievenkapitaal in den loop van het boekjaar onderging, geven wij hierbij een overzicht.
y
v -
9