Van de 3£ pandbrieven werd ingekocht en geroieerd 7.000.Uitgeloot werd
een bedrag van 5.000.
Het pandbrievenkapitaal onderging derhalve de volgende wijzigingen:
31 December 1935 31 December 1936 Verschil
5 pandbrieven....4.977.500.- 4.852.500.125.000.
4£„ - 6.402.000.— - 6.190.100.— 211.900.—
4 - 4.486.500.— - 4.196.500.— 290.000.—
3i„ - 238.000.— - 226.000.— 12.000.—
16.104.000.— 15.465.100.— 638.900.—
Onze pandbrieven komen voor op de fondsenlijsten van het Kroon-Domein, van Verze-
kering-Maatschappijen op verschillend gebied, Spoorweg-Maatschappijen, Spaarbanken, Pensioen
fondsen, enz. en worden door de Rijksverzekeringsbank aangenomen als onderpand ingevolge
artikel 68 der Ongevallenwet 1921.
De controle door de Rijkspostspaarbank had geregeld plaats.
In het tijdperk, waarover dit verslag loopt, kwamen, afgescheiden van de aanvragen,
waarvan reeds aanstonds bleek, dat zij geen gevolg zouden kunnen hebben, in behandeling
10 aanvragen om geldleeningen, te zamen bedragende124.500.
waarvan gesloten zijn 8 leeningen tot een bedrag van 101.500.
waarop minder toegestaan dan aangevraagd- 5.000.
Toegestaan, doch niet geaccepteerd, werden 2 leeningen tot een bedrag van
18.000.waarvoor was aangevraagd - 18.000.
makende als boven een gezamenlijk bedrag van124.500.
In de vorige boekjaren werden gesloten:
3613 leeningen te zamen ad 67.812.640.
in dit boekjaar 8 - 101.500.
makende 3621 67.914.140.
Afgelost werd:
in de vorige boekjaren tot een bedrag van51.772.580.
in dit boekjaar - 1.055.710.
Overgeboekt naar Belegde Reserven en Pensioen-Reserve - 335.000.-- 53.163.290.
blijft op 31 December 14.750.850.
Dit bedrag is verdeeld over 702 leeningen.
