Omtrent den omzet der pandbrieven kunnen wij het volgende mededeelen: Aan 5 pCt. pandbrieven werd gecreëerd 867.000.makende met het saldo in porte feuille op Uit0 December 1929 ad 83.500.een bedrag van 950.500.Ingekocht werd 175.100.Verkocht werd een bedrag van 1.094.800.en geroieerd 27.900.Op 31 Decem ber 1930 bevonden zich in portefeuille ƒ2.900.Een bedrag van ƒ161.000.werd uitgeloot, waarvan 2000. in portefeuille op Ult° December. Aan 4J pCt. pandbrieven werd gecreëerd 1.220.000.makende met het saldo in portefeuille op Uit0 December 1929 ad 74.600.een bedrag van 1.294.600.Ingekocht werd 60.200.Verkocht werd 1.272.900.en geroieerd 2.100.Op 31 December 1930 bevonden zich in portefeuille 79.800.Uitgeloot werd een bedrag van 56.000. Van de 4 pCt. pandbrieven werd ingekocht 165.400.makende met het saldo in portefeuille op Ult° December 1929 ad 120.200.waarvan 100.werd uitgeloot, een bedrag van 285.500.Verkocht werd 222.600.en geroieerd 26.800.Op 31 December 1930 bevonden zich in portefeuille 36.100.Een bedrag van 96.500.werd uitgeloot. Van de 3£ pCt. pandbrieven werd ingekocht en weder verkocht 2.000.Uitgeloot werd 5600. Onze pandbrieven komen voor op de fondsenlijsten van Verzekering-Maatschappijen op verschillend gebied, Spoorweg-Maatschappijen, Spaarbanken, enz. en worden door de Rijksverze keringsbank aangenomen als onderpand ingevolge artikel 58 der Ongevallen-Wet 1921. Wij zijn thans in onderhandeling met de Rijkspostspaarbank over aansluiting bij haren Controledienst, zoodat, naar wij verwachten, ook deze instelling t. z. t. tot onze afnemers zal be- hooren. In het tijdperk waarover dit verslag loopt, kwamen, afgescheiden van vele andere aanvragen, waarvan reeds aanstonds bleek, dat zij geen gevolg zouden kunnen hebben, in behande ling 203 aanvragen om geldleeningen, te zamen bedragende6.242.000. waarvan gesloten zijn 132 leeningen*) tot een bedrag van waarop minder toegestaan dan aangevraagd werd toegestaan doch niet geaccepteerd 52 leeningen tot een bedrag van waarvoor was aangevraagd en geweigerd zijn 18 leeningen tot een bedrag van makende als boven een gezamenlijk bedrag van 3.910.900.— - 190.100 1.557.300.— - 1.795.500.— - 345.500- 6.242.000.— Hierbij een leening waarvoor twee aanvragen werden 'gecombineerd. - 5 -

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1930 | | pagina 7