Aan de Aandeelhouders
Wij hebben de eer U verslag uit te brengen over het boekjaar 1930, het een en veertigste
sinds de oprichting onzer vennootschap. Geschiedde dit voorheen door den Raad van Toezicht,
thans geschiedt dit, ingevolge de bepalingen der nieuwe wet op de naamlooze vennootschappen,
door de directie. Alvorens daartoe over te gaan moeten wij mededeelen, dat, behalve het over
lijden van den Heer C. F. OVERHOFF, waarvan reeds in het vorig verslag werd melding gemaakt,
ons den 9den November een tweede sterfgeval trof door het overlijden van den Heer H. MENDES
DA COSTA, directeur der bank, waarvan hij, als bestuurslid, de laatste in leven zijnde
oprichter was. Om gezondheidsredenen in 1923 van zijn werkzaamheden ontheven, toonde zijn
belangstelling in alles wat de bank betrof voldoende hoe hare ontwikkeling hem steeds ter harte
bleef gaan en de goede gang van zaken hem een groote voldoening was. Zijn nagedachtenis zal
bij de bank in eere blijven.
Hoewel tot het verslag over het jaar 1931 behoorende, moeten wij helaas nog een derde
sterfgeval vermelden. Op 11 Januari 1.1. overleed de Heer CHR. BEELS, wiens onverwacht heen
gaan ons en allen die hem hebben gekend, ten zeerste heeft getroffen. Sinds 1897 maakte hij deel
van het bestuur onzer bank uit, eerst als commissaris, daarna als lid van den Raad van
Toezicht en sedert 1926 als voorzitter van het College van Commissarissen en den Raad van
Toezicht. Wij herdenken hem met groote waardeering als een ijverig, toegewijd en bekwaam
bestuurslid. Zijn nagedachtenis zal dan ook bij ons in dankbare herinnering blijven voortleven.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 8sten April 1930,
werd herkozen als Commissaris de Heer Mr. C. P. ZAAYER, die zijn mandaat weder heeft aanvaard.
Door commissarissen werd de Heer ZAAYER in de plaats van den Heer BEELS tot
voorzitter van het College van Commissarissen gekozen en tot vice-voorzitter de Heer C. DE
RUYTER, terwijl de Heer A. G. HUISKEN tot lid van den Raad van Toezicht werd benoemd.
In het Bestuur had verder geen verandering plaats.
Volgens het rooster zijn thans aan de beurt van aftreding als Commissaris de Heeren
Jhr. Mr. L. H. J. F; VAN BEVERVOORDEN TOT OLDEMEULE en F. W. SCHAAPER J.W.zn.,
die herkiesbaar zijn.
Op de in 1929 gewijzigde statuten, waarbij tevens het maatschappelijk kapitaal tot
3.000.000.werd vergroot, werd bij Ministerieele beschikking van 21 Maart 1930, le Afd. B.
no. 816, de verklaring van „geen bezwaar” verkregen, gepubliceerd in het bijvoegsel tot de
Nederlandsche Staatscourant van 16 Juni 1930, no. 114. Een exemplaar der nieuwe statuten werd
U bereids toegezonden.
Ons bedrijf mocht zich in het afgeloopen jaar zoodanig uitbreiden, dat tweemaal
een uitgifte van aandeelen moest plaats hebben. Bij beide uitgiften kon alleen aan de inschrijvingen
met recht van voorkeur worden voldaan en konden vrije inschrijvingen niet in aanmerking worden
genomen. Het netto-agio hetwelk deze uitgiften opleverden, ten bedrage van 26.000. werd
aan de Extra-reserve toegevoegd, waardoor deze 266.000.en te zamen met de Statutaire reserve
466.000.— bedraagt, ongeacht een bedrag van 25.000.— als „Tijdelijke Reserve Debiteuren”
geboekt.
3