Het gezamenlijk bedrag der op Ulto. December 1930 uitstaande 748 leeningen levert aan
interest op 846.683.10, zijnde gemiddeld Ö.24*3 pCt., terwijl de rente der op dien datum gecreëerde
pandbrieven bedraagt 752.887.zijnde gemiddeld 4.5811 pCt., zoodat de interest der leeningen
de rente der pandbrieven met 0.66s* pCt. overtreft.
Ten aanzien van de behandeling der ingekomen leeningaanvragen moge het volgende
worden herhaald.
De aangeboden onderpanden worden door ten minste twee deskundigen getaxeerd.
Voorts worden alle te Amsterdam gelegen onderpanden persoonlijk in oogenschouw
genomen door Directie en Raad van Toezicht, terwijl dit te Rotterdam geschiedt vanwege het
Bijkantoor der Bank. Elders gelegen onderpanden worden zonder uitzondering door de Directie
opgenomen.
Steeds worden omtrent aanvrager, koopprijs en rentabiliteit der onderpanden inlich
tingen ingewonnen.
Ook wordt, wat de Amsterdamsche aanvragen betreft, geraadpleegd een register, door
de Directie samengesteld, waarin sedert tal van jaren de resultaten der publieke veilingen zijn
geboekt en worden de aangevraagde sommen vergeleken met de opbrengst der aangrenzende
perceelen, waarbij in aanmerking komen terrein-oppervlakte, wijze van bebouwing, enz. Een
dergelijk register voor Rotterdam berust bij het Bijkantoor aldaar.
Crediet-hypotheken komen niet in behandeling. Somtijds wordt door den debiteur een
bedrag gedeponeerd tot na de geheele voltooiing of verbouwing van het onderpand.
Wanneer meer wordt toegestaan dan 66 pCt. der geschatte waarde, doch nooit meer
dan 75 pCt., geschiedt dit, overeenkomstig artikel 24 der statuten, niet, dan met eenparige stemmen
van alle leden van den Raad van Toezicht en Directeuren.
Al het vorenstaande geldt mede ten aanzien van de leeningen, waarvan na afloop van
den termijn verlenging wordt gevraagd. Ten slotte kan worden opgemerkt, dat, als regel, de
leeningen met halfjaarlijksche aflossing worden gesloten of verlengd.
Ingevolge artikel 35 der statuten bieden wij U thans de Balans en de Winst- en Verlies
rekening aan, door Directeuren en Commissarissen opgemaakt, ter toelichting waarvan, voor
zooveel noodig, het volgende moge dienen.
Het bedrag der Kassa- en Prolongatierekeningen moest, met de gelden bij de Kas-
Vereeniging en het Bijkantoor te Rotterdam, grootendeels strekken om de op 2 Januari 1931 ver
schuldigde coupons en de uitgelote pandbrieven te voldoen.
8