dividend noodig. Dat zulk een verlaging in 1915 en 1924 achterwege kon blijven, is eensdeels te danken aan het destijds geringer bedrag van het gestort maatschappelijk kapitaal en daarnevens aan de toenmaals voordeeliger marge tusschen de hypotheek- en de pandbriefrente, welke marge toevallig in 1924 haar maximum bereikte en sedert met ongeveer 36 pCt. is gedaald. Voor onze beschikbare middelen hadden wij steeds goede plaatsing. Onze pandbrieven werden geregeld verkocht. Geen enkel verlies werd in 1929 geleden. Dat gedurende de laatste 16 jaren geen der in dien tijd gehouden executies eenig verües opleverde, blijkt uit den staat op bladzijde 15 aan dit verslag toegevoegd. Op het totaal bedrag der 3143 gesloten leeningen van bijna 56.000.000. werd in de 40 jaren van het bestaan der Bank slechts circa 0.0478 pCt. verloren. Aan dit verlies hadden slechts 24 leeningen schuld. Betreffende den omzet onzer pandbrieven in 1929 kunnen wij het volgende mededeelen Aan 5 pCt. pandbrieven werd gecreëerd 873.000makende met het saldo in porte feuille op Ult°. December 1928 ad 45.300.waarvan 3200.werd uitgeloot, een bedrag van 915.100.Ingekocht werd 423.000.Geplaatst werd een bedrag van 1.252.100.en geroieerd 2.500.Op 31 December 1929 bevonden zich in portefeuille 83.500.Een bedrag van 138.900.werd in totaal uitgeloot. Aan 4% pCt. pandbrieven werd gecreëerd 38.000.-, makende met het saldo in portefeuille op Ult° December 1928 ad 82.500.—, waarvan 1000.werd uitgeloot, een bedrag van 119.500.Ingekocht werd 122.300.waarvan eveneens 1000.werd uitgeloot. Verkocht werd 165.200.en geroieerd 1.000.Op 31 December 1929 bevonden zich in portefeuille 74.600.Uitgeloot werd in totaal een bedrag van 47.200. Van de 4 pCt. pandbrieven werd ingekocht 246.900.makende met het saldo in portefeuille op Ult° December 1928 ad ƒ16.000waarvan ƒ100.werd uitgeloot, een bedrag van ƒ262.800.Verkocht werd 117.900.en geroieerd ƒ24.700.Op 31 December 1929 bevonden zich in portefeuille 120.200.Een bedrag van 98.700.werd in totaal uitgeloot. Van de 3% pCt. pandbrieven werd ingekocht 5.000.makende met het saldo in porte feuille op Uit0 December 1928 ad 200.een bedrag van 5.200.EJjervan werd verkocht 1.200.en geroieerd 4.000.Uitgeloot werd in totaal 6.200. Het pandbrievenkapitaal, dat op Ult° December 1928 14.135.600.bedroeg, steeg tot ƒ14.723.400.—. Onze pandbrieven komen voor op de fondsenlijsten van Verzekering-Maatschappijen op verschillend gebied, Spoorweg-Maatschappijen, Spaarbanken, enz. en worden door de Rijksverze keringsbank aangenomen als onderpand ingevolge artikel 58 der Ongevallen Wet 1921. De Raad van Toezicht vergaderde met de Directie naar gewoonte om de ingekomen hypotheekaanvragen te behandelen, de kas, de zich in portefeuille bevindende pandbrieven en de andere waarden te controleeren en verder alle werkzaamheden, die noodig bleken, te verrichten. Zoo werden, evenals in vorige jaren, de grossen der act en met bijbehoorende stukken nagezien en accoord bevonden en de aan de circulatie onttrokken pandbrieven volgens art. 29 der statuten waardeloos en finaal onbruikbaar gemaakt. Door de Firma TH. L. LIMPERG, in 1929 als accountant herbenoemd, werden, blijkens haar hierachter opgenomen rapport, de administratie en boekhouding geregeld gecontroleerd en in orde bevonden. - 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1929 | | pagina 7