AMSTERDAM, 14 Maart 1930.
Aan de Aandeelhouders der
Naamlooze Vennootschap Bataafsche Hypotheekbank.
De ondergeteekenden verklaren hierdoor, de boekhouding Uwer instelling over het jaar
1929 in haar vollen omvang te hebben gecontroleerd en in orde bevonden.
Van de bestaande geldleeningen bleken de bewijsstukken aanwezig.
Van alle debiteuren werden de geteekende saldo-biljetten per 15 October 1929 ten bewijze
van accoordbevinding overgelegd.
Zij hebben zich vergewist, dat alle in 1929 gesloten en gecontinueerde leeningen
overeenkomstig de aan de Bank berustende stukken bij de hypotheekkantoren zijn ingeschreven-
Zij hebben voorts alle ingetrokken pandbrieven nadat deze waardeloos en onbruikbaar
waren gemaakt, met de pandbriefregisters vergeleken en daarbij alles in de beste orde bevonden,
terwijl ook de in 1929 opgekomen coupons in natura door hen zijn geverifiëerd, welke in over
eenstemming bleken te zijn met de pandbrieven die zich volgens de registers in circulatie bevinden.
De Jaarrekening, sluitende met een voordeeüg saldo van 119.666.01 werd door de
ondergeteekenden met de boeken en bescheiden vergeleken en ten bewijze van accoordbevinding
van hunne handteekening voorzien.
De Accountants,
TH. L. LIMPERG.
16