Mijne Heeren,
Wij hebben de eer U verslag uit te brengen over het boekjaar 1927, het acht en dertigste
sinds onze vestiging.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 7den April 1927, werden
herkozen als Commissaris de Heeren Chr. BEELS en C. W. T. VAN DIJK, die hun mandaat
weder hebben aanvaard en werd tot Commissaris benoemd de Heer F. W. SCHAAPER J.W.zn.,
die zijn benoeming heeft aangenomen.
In het Bestuur had verder geen verandering plaats.
Volgens het rooster is thans aan de beurt van aftreding als Commissaris de Heer
C. DE RUIJTER Jr., die herkiesbaar is.
De bedrijfsresultaten van het afgeloopen jaar geven, zooals uit de volgende bladzijden
blijkt> weder alle reden tot tevredenheid.
De beschikbare middelen vonden steeds goede plaatsing. Het pandbrieven-kapitaal ging,
niettegenstaande het restant der 6 pCt. pandbrieven ad 300.000.op 1 Februari aflosbaar werd
gesteld, met circa 700.000.vooruit.
Viermaal moest tot verkoop krachtens de onherroepelijke volmacht worden overgegaan.
De opbrengst der verkochte perceelen was in alle vier gevallen ruim voldoende om daarop het
aan de Bank verschuldigde te verhalen. Ook uit anderen hoofde werden geen verliezen geleden.
In verband hiermede verwijzen wij naar den staat op blz. 15, betreffende de plaats gehad
hebbende executiën gedurende het 38-jarig bestaan der Bank, waaruit blijkt dat in de laatste twaalf
jaren in totaal slechts 23 executiën, alle zonder schade voor de Bank hebben plaats gehad.
3