AMSTERDAM, 21 Maart 1927.
Aan de
Aandeelhouders der Bataaf sehe Hypotheekbank,
Hier.
De ondergeteekenden verklaren hierdoor, de boekhouding Uwer instelling over het jaar
1926 in haar vollen omvang te hebben gecontroleerd en in orde bevonden.
Van de bestaande geldleeningen bleken de bewijsstukken aanwezig.
Van de debiteuren werden de geteekende saldo-biljetten per 15 October 1926 ten
bewijze van accoordbevinding overgelegd, behoudens een enkel geval, waarin het onderpand van
eigenaar is veranderd, terwijl formeele oversluiting der hypotheek nog niet heeft plaats gevonden.
Zij hebben zich, evenals vorige jaren, aan de hypotheekkantoren vergewist, dat alle
in 1926 gesloten en gecontinueerde leeningen overeenkomstig de aan de Bank berustende stukken
zijn ingeschreven. Van één leening groot 6000.— zal echter de rang van eerste hypotheek
eerst uit de openbare registers blijken nadat het faillissement van den vorigen eigenaar van het
onroerend goed zal zijn afgewikkeld.
Zij hebben voorts alle ingetrokken pandbrieven nadat deze waardeloos en onbruikbaar
waren gemaakt, met de pandbriefregisters vergeleken en daarbij alles in de beste orde bevonden,
terwijl ook de in 1926 opgekomen coupons in natura door hen zijn geverifieerd.
De Jaarrekening, sluitende met een voordeelig saldo van 146.245.655, werd door de
ondergeteekenden met de boeken en bescheiden vergeleken en ten bewijze van accoordbevinding,
van hunne handteekening voorzien.
De Accountants,
Th. L. LIMPERG.
16