Mijne Heeren, Wij hebben de eer U verslag uit te brengen over het boekjaar 1925, het zes en dertigste sinds onze vestiging. In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 8sten April 1925, werden herkozen als Commissarissen de Heeren C. F. OVERHOFF en Mr. C. P. ZAAIJER, welke heeren hun mandaat weder hebben aanvaard. In het Bestuur had geen verandering plaats. Volgens het rooster is thans aan de beurt van aftreding als Commissaris de Heer Jhr. Mr. L. H. J. F. VAN BEVERVOORDEN TOT OLDEMEULE, die herkiesbaar is. Aangenaam is het ons te kunnen mededeelen dat de bedrijfsresultaten van het afgeloopen jaar gunstig zijn. Zooals in ons vorig jaarverslag in uitzicht werd gesteld, moest in verband met de bepalingen der statuten verdere uitgifte van aandeelen plaats hebben en werden voorloopig weder honderd aandeelen uitgegeven. De inschrijving daarop had tot resultaat, dat slechts kon worden voldaan aan die inschrijvingen welke met voldoend recht van voorkeur plaats vonden. Het netto-provenu ten bedrage van 5006.20, werd aan de extra-reserve toegevoegd. In het afgeloopen jaar kenmerkte de handel in onroerend goed zich door grootere levendigheid, hetgeen ook op ons bedrijf van invloed was. Voor onze beschikbare gelden werd goede plaatsing gevonden. Evenals in 1924 moest slechts éénmaal tot verkoop krachtens de onherroepelijke volmacht worden overgegaan. De opbrengst van het verkochte perceel was ook thans ruim voldoende om al het aan de Bank verschuldigde te verhalen. Ook uit anderen hoofde werden geen verliezen geleden. 5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1925 | | pagina 7