Tot uitgifte van pandbrieven van een hooger rentecijfer dan 5 pCt. is de Bank ook in 1923 niet overgegaan. Wij hebben houders van 34 en 4'/2 pCt. pandbrieven nog steeds de gelegenheid gegeven, op de bekende voorwaarden, hunne stukken in 5 pCt. pandbrieven te converteeren. Ook in het afgeloopen jaar werd daarvan weder in ruime mate gebruik gemaakt. Het pandbrievenkapitaal, dat op uit0 December 1922 ƒ11.012.000.— bedroeg, steeg tot 11.205.500.—(ongeacht een bedrag van 114.100.— uitgeloot in Juni en van 112.300.— uitgeloot in December) zoodat een vermeer dering van 193.500.valt te constateeren. De in de statuten voorgeschreven uitlotingen hadden als naar gewoonte plaats. Betreffende den omzet onzer pandbrieven kunnen wij het volgende mededeelen. Aan 5 pCt. pandbrieven werd gecreëerd ƒ652.700.—, makende met het saldo in portefeuille op uit0 December 1922 ad 38.100.—, een bedrag van 690.800.—. Ingekocht werd 257.600.— tezamen alzoo 948.400.—. Geplaatst werd een bedrag van ƒ896.500.—, en geroyeerd ƒ11.600.—, zoodat in portefeuille bleef 40.300.—. Een bedrag van ƒ72.700.— werd uitgeloot. Van de 4'/2 pCt. pandbrieven werd ingekocht en ter conversie aangenomen 64.700.—, makende met het saldo in portefeuille op Uit0. December 1922 ad ƒ3000.—, een bedrag van 67.700.—. Daarvan werd verkocht 14.800.en geroyeerd 32.700.zoodat op 31 December 1923 in portefeuille bleef 20.200.—. Een bedrag van 29.700.— werd uitgeloot. Van de 4 pCt. pandbrieven werd ingekocht en ter conversie aangenomen 253.600.—. Hiervan werd verkocht 47.000.en geroyeerd 154.500.zoodat op 31 December 1923 in portefeuille bleef 52.100.—. Een bedrag van ƒ117.000.— werd uitgeloot. Van de 3'/a pCt pandbrieven werd ingekocht en ter conversie aangenomen 36.000.—, waarvan verkocht werd 1.000.en geroyeerd 34.000.zoodat op 31 December 1923 in portefeuille bleef 1.000.Uitgeloot werd 7.000. Onze pandbrieven komen voor op de fondsenlijsten der Rijksverzekeringsbank, van meerdere Verzekering-Maat schappij en op verschillend gebied, van Spoorweg-Maatschappijen, Spaarbanken enz. De Raad van Toezicht vergaderde met de Directie naar gewoonte om de ingekomen hypotheekaanvragen te behandelen, de kas, de zich in portefeuille bevindende pandbrieven en de andere waarden te controleeren en verder alle werkzaamheden, die noodig bleken, te verrichten. Zoo werden, evenals in vorige jaren, de grossen der acten met bijbehoorende stukken, voor zoover deze laatste reeds waren ingekomen, nagezien en accoord bevonden en de aan de circulatie onttrokken pandbrieven volgens art. 29 der statuten waardeloos en finaal onbruikbaar gemaakt. Door de Firma Th. L. LIMPERG, in 1923 als accountant herbenoemd, werden, blijkens haar hierachter opgenomen rapport, de administratie en boekhouding geregeld gecontroleerd en volkomen in orde bevonden. 6

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1923 | | pagina 8