AMSTERDAM, 24 Maart 1924
Aan de
Aandeelhouders der Bataafsche Hypotheekbank
Hier.
De ondergeteekenden verklaren hierdoor, de boekhouding Uwer instelling over het jaar 1923
in haar vollen omvang te hebben gecontroleerd en in orde bevonden.
Van de bestaande geldleeningen bleken de bewijsstukken aanwezig.
Van de debiteuren werden, met één uitzondering wegens verblijf van den debiteur in het
buitenland, de geteekende saldo-biljetten per 15 October 1923 ten bewijze van accoordbevinding
overgelegd.
Zij hebben zich, evenals vorige jaren gebruikelijk, aan de hypotheekkantoren vergewist,
dat alle in 1923 gesloten en gecontinueerde leeningen overeenkomstig de aan de Bank berustende
stukken zijn ingeschreven. Van twee leeningen zal echter de rang van eerste hypotheek eerst uit
de openbare registers blijken na beëindiging der gerechtelijke rangregelingen. Bij een derde leening
zal, blijkens verklaring van den desbetreffenden notaris, het roiement der vroegere hypotheek
plaats vinden na terugontvangst van een daartoe strekkende volmacht, welke door een der in
Amerika wonende belanghebbenden verzuimd was te teekenen.
Zij hebben voorts alle uitgelote, ingekochte en ter conversie aangenomen vernietigde pand
brieven met de pandbriefregisters vergeleken en daarbij alles in de beste orde bevonden, terwijl
ook de in 1923 opgekomen coupons in natura door hen zijn geverifieerd.
De Jaarrekening, sluitende met eenvoordeelig saldo van 132.164.24®, werd door de
ondergeteekenden met de boeken en bescheiden vergeleken en, ten bewijze van accoordbevinding, van
hunne handteekening voorzien. i
De Accountants,
TH. L. LIMP ERG.
16