AMSTERDAM, 24 Maart 1923. Aan de Aandeelhouders der Bataafsche Hypotheekbank, Hier. De ondergeteekenden verklaren hierdoor, de boekhouding Uwer instelling over het jaar 1922 in haar vollen omvang te hebben gecontroleerd en in orde bevonden. Van de bestaande geldleeningen bleken de bewijsstukken aanwezig, met uitzondering van een aantal leeningen, waarvan de desbetreffende bescheiden nog niet van de hypotheekkantoren waren binnen gekomen. Van de debiteuren werden alle geteekende saldo-biljetten per 15 October 1922 ten bewijze van accoordbevinding overgelegd. Bovendien hebben zij zich, evenals vorige jaren gebruikelijk, aan de hypotheekkantoren verge wist, dat alle in 1922 gesloten en gecontinueerde leeningen overeenkomstig de aan de Bank berustendè stukken zijn ingeschreven. Zij hebben voorts alle uitgelote, ingekochte en ter conversie aangenomen vernietigde pand brieven met de pandbriefregisters vergeleken en daarbij alles in de beste orde bevonden, terwijl ook de in 1922 opgékomen coupons in natura door hen zijn geverifieerd. De Jaarrekening, sluitende met een voordeelig saldo van 125.751.58®, werd door dè ondergeteekenden met de boeken en bescheiden vergeleken en, ten bewijze van accoordbevinding, van hunne handteekening voorzien. De Accountants, TH. L. LIMP ERG.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1922 | | pagina 18