Zoo werden, evenals in vorige jaren, de grossen der acten met bijbehoorende stukken voor zoover
deze laatste reeds waren ingekomen, nagezien en accoord bevonden en de aan de circulatie onttrokken
pandbrieven volgens art. 29 der statuten waardeloos en finaal onbruikbaar gemaakt.
Door Professor Th. LIMPERG Jr., in 1921 als accountant herbenoemd, werden, blijkens diens
hierachter opgenomen rapport, de administratie en boekhouding geregeld onderzocht en volkomen in
orde bevonden.
Op 31 December 1921 was het aandeelenkapitaal verdeeld als volgt
Aandeelhouders.
Getal Aandeelen
in ieders bezit.
Totaal
Aandeelen.
83
1
83
59
118
21
3
63
31
4
124
22
5
110»
10
6
60
7
7
49
11
8
88
1
9
9
11
10
110
1
11
11
1
12
12
2
13
26
2
14
28
1
15
15
1
16
16
1
18
18
2
20
40
1
21
21
1
23
23
1
36
36
1
40
40
271
1100
zijnde 600 aandeelen met 25 pCt. verplichte storting, waarvan een volgestort,
en 500 10
1100
Op 31 December 1920 bedroeg het aantal onzer Aandeelhouders eveneens 271.
De namen onzer Aandeelhouders zijn op de laatste bladzijden van dit verslag vermeld,
v terwyl voor belanghebbenden het register ten kantore der Bank ter inzage ligt.
7