De Raad van Toezicht vergaderde met de Directie naar gewoonte om de ingekomen hypotheekaanvragen te behandelen, de kas, de zich in portefeuille bevindende pandbrieven en de andere waarden te controleeren en verder alle werkzaamheden, die noodig bleken, te verrichten. Zoo werden, evenals in vorige jaren, de acten met bijbehoorende stukken nagezien en accoord bevonden en de aan de circulatie onttrokken pandbrieven volgens art. 29 der statuten waardeloos en finaal onbruikbaar gemaakt. Door den Heer Th. LIMPERG Jr., in 1920 als accountant herbenoemd, werd, blijkens diens hierachter opgenomen rapport, de administratie en boekhouding geregeld onderzocht en volkomen in orde bevonden. Op 31 December 1920 was het aandeelenkapitaal verdeeld als volgt 81 1 81 58 2 116 20 3 60 33 4 132 25 5 125 11 6 66 5 7 35 11 8 88 1 9 9 10 10 100 1 11 11 1 12 12 3 13 39 2 14 28 1 15 15 1 16 16 2 18 36 20 40 1 1 30 30 1 40 40 271 1100 zijnde 600 aandeelen met 25 pCt. verplichte storting, waarvan een volgestort, en 500 10 1100 Op 31 December 1919 bedroeg het aantal onzer Aandeelhouders 273. De namen onzer Aandeelhouders zijn op de laatste bladzijden van dit verslag vermeld, terwijl voor belanghebbenden het register ten kantore der Bank ter inzage ligt. Aandeelhouders. Getal Aandeelen in ieders bezit. Totaal Aandeelen. 2 21 21

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1920 | | pagina 8