Mijne Heeren
Wij hebben de eer U verslag uit te brengen over het boekjaar 1917, het acht en twintigste
sinds onze vestiging.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 29*te“ Maart 1917, werden
herbenoemd als Commissarissen de Heeren CHR. BEELS en C. W. T. VAN DIJK, welke heeren hun
mandaat weder hebben aanvaard.
In het Bestuur had geene verandering plaats.
Volgens het rooster zijn thans aan de beurt van aftreding als Commissarissen, de Heeren
C. DE RUIJTER Jr en J. W. SCHAAPER.
De bedrijfsresultaten van het afgeloopen jaar geven weder alle reden tot tevredenheid.
De handel in onroerend goed kenmerkte zich door groote levendigheid, waarvan ook ons bedrijf
den günstigen invloed ondervond. Verliezen werden niet geleden en met voldoening mag weder
worden geconstateerd, dat de Bank geen enkel ingekocht onderpand bezit.
Omtrent den omzet van pandbrieven kan het volgende worden vermeld.
Aan 5 pCt. pandbrieven werd gecreëerd ƒ236.200.makende met het saldo in portefeuille
op uit0 December 1916 ad 1800.een bedrag van 238.000.Hiervan werd verkocht 18.400.
ingekocht en weder verkocht werd 22.000.Een bedrag van 11.000.werd uitgeloot.
Aan 4’/2 pCt. pandbrieven werd gecreëerd 316.100.makende met het saldo van het
vorige jaar ad 2000.een bedrag van 318.100.Hiervan werd verkocht 290.600.
waarna overbleef 27.500.In den loop van het jaar werd ingekocht 68.100.en verkocht
61.400.zoodat in portefeuille bleef 34.200.Een bedrag van ƒ23.900.werd uitgeloot.
Van de 4 pCt. pandbrieven werd ingekocht 183.000.makende met het saldo van 45.100.