Aan de
Aandeelhouders der Bataafsche Hypotheekbank,
Hier.
AMSTERDAM, 9 Maart 1918.
De ondergeteekende verklaart hierdoor, de boekhouding Uwer instelling over het jaar 1917
in haar vollen omvang te hebben gecontroleerd en in orde bevonden.
Van alle bestaande geldleeningen bleken de bewijsstukken aanwezig, terwijl hem tevens
van alle de door de debiteuren geteekende saldo-biljetten per 1 November 1917 ten bewijze van
accoordbevinding werden overgelegd.
Bovendien heeft hij zich, evenals vorige jaren, aan de hypotheekkantoren vergewist, dat
alle in 1917 gesloten leeningen overeenkomstig de aan de Bank berustende stukken zijn ingeschreven.
Hij heeft voorts alle uitgelote en ingekochte, vernietigde pandbrieven met de pandbrief-
registers vergeleken en daarbij alles in de beste orde bevonden, terwijl ook de in 1917 opgekomen
coupons in natura door hem zijn geverifieerd.
De Balans, sluitende met een voordeelig saldo van 80.404.38, werd door hem met de
boeken en bescheiden vergeleken en, ten bewijze van accoordbevinding, van zijne handteekening
voorzien.
De accountant,
TH. LI MP ERG Jr.
Fa. TH. L. LIMPERG.