zffiwne <2Leezen
Wij .hebben de eer U verslag uit te brengen over het boekjaar 1913, het vieren twintigste
sinds onze vestiging.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 14den Maart 1913,
werden herbenoemd als Commissarissen, de Heeren J. W. SCHAAPER en C. DE RUIJTER Jr.,
welke beide heeren hun mandaat weder hebben aanvaard.
Volgens het rooster zijn dit jaar aan de beurt van aftreding als Commissarissen, de Heeren
A. G. HUISKEN, H. J. M. H. VAN RIJCKEVORSEL en Jhr. C. C. Th. SIX.
In het Bestuur had dit jaar geene verandering plaats.
Hoewel de plaatsing van pandbrieven veel te wenschen overliet, hetgeen, met het oog
op de toestanden in 1913 verklaarbaar is, hebben wij reden met de resultaten tevreden te zijn.
Gecreëerd werden 277.700.4'/2 pCt. pandbrieven, uitgeloot 25.200.ingekocht
58.200,en daarvan weder verkocht 54.200,
Van de 4 pCt. pandbrieven werden ingekocht 96.500.makende met het saldo ad ƒ600.
op Uit0. December 1912, ƒ97.100.waarvan verkocht werden ƒ40.400.terwijl de in portefeuille
gebleven 56.700.in den aanvang van 1914 weder werden geplaatst. Uitgeloot werden van
deze soort pandbrieven ƒ121.600.
Van de 3'/2 pCt. pandbrieven werden ingekocht en geroijeerd ƒ8.800.- en uitgeloot
7300.—.
Met de uitgifte van 4'l2 pCt. pandbrieven gaan wij voorloopig door en vestigen bij eventueele
beleggingen hierop uwe aandacht.
De Raad van Toezicht vergaderde met de Directie als gewoonlijk nagenoeg iedere week
om de ingekomen hypotheekaanvragen te onderzoeken, de kas, de zich in portefeuille bevindende
pandbrieven en de andere waarden te controleeren en verder alle werkzaamheden, die noodig
bleken, te verrichten. Zoo werden, evenals in vorige jaren, de acten met bijbehoorende stukken
nagezien en accoord bevonden en de aan de circulatie onttrokken pandbrieven volgens art. 29 der
statuten waardeloos en finaal onbruikbaar gemaakt.
Door den Heer Th. LIMPERG Jr., in 1913 als accountant herbenoemd, werd, blijkens
