Aan de
Aandeelhouders der Bataafsche Hypotheekbank,
Hier.
AMSTERDAM, 25 Februari 1911.
De ondergeteekënde verklaart hierdoor, de boekhouding Uwer instelling over het jaar 1910
in haar vollen omvang te hebben gecontroleerd en in orde bevonden.
Van alle bestaande geldleeningen bleken de bewijstukken aanwezig, terwijl hem tevens
van alle de door de debiteuren geteekende saldo-biljetten per 15 October 1910 ten bewijze van
accoordbevinding werden overgelegd.
Bovendien heeft hij zich, evenals vorige jaren, aan de hypotheekkantoren vergewist, dat
alle in 1910 gesloten leeningen overeenkomstig de aan de Bank berustende stukken zijn ingeschreven.
Hij heeft voorts alle uitgelote en ingekochte, vernietigde pandbrieven met de pandbrief-
registers vergeleken en daarbij alles in de beste orde bevonden, terwijl ook de in 1910 opgekomen
coupons in natura door hem werden geverifieerd.
De Balans, sluitende met een voordeelig saldo van 44.621.675, werd door hem met de
boeken en bescheiden vergeleken en, ten bewijze van accoordbevinding, van zijne handteekening
voorzien.
De accountant,
TH. LIMP ERG Jr.
Fa. BIANCHI UMPERG.