De Reservefondsen waren
op
31 December 1910 als volgt belegd:
10000.—
Obligatiën
3 pGt. Gemeente Rotterdam 1894/97.
11000.—
3‘/a
1898.
6500.—
3
Amsterdam 1860 (Noordzeekanaal).
17000.—
3
1898.
3000.—
4
1901.
4000.—
37*
r Haarlem 1891.
12000.—
Certificaten 2'/2
Nederlandsche Werkelijke Schuld.
10000.—
3
Staatsschuld.
10000.—
27*
Grootboek-Bank.
10000.—
3
12000.—
Obligatiën
3
Hollandsche Ijzeren Spoorweg-Maatschappij 1888/92.
5000.—
4
1900.
6000.—
3
Mij tot Exploit, van Staatsspoorwegen 1892/95.
3000.—
4
1901.
10000.—
3
Nederlandsche Centraal Spoorweg-Maatschappij.
5000.—
47 2
Hollandsche Scheepsverband-Maatschappij.
13000.—
47*
North-Western Pacific Hypotheekbank.
Rmk.
5100.—
4
Stad Stockholm 1900.
10000.—
37*
Zweedsche Staatsschuld 1890.
10000.—
3
Duitsche Rijksleening.
10000.—
4
Stad München.
Fr.
12000.—
4
Basel 1908.
200.—
5
San Paulo 1908.
Fr.
26000.—
37 2
Zwitsersche Spoor.
Rb.
3125.—
3
Groote Russische Spoorweg-Maatschappij 1880.
100.—
4
Rusland 1867/69. Nicolaï-Spoorweg.
Fr.
25000.—
3
Zuid-Italiaansche Spoorweg-Maatschappij
4000.—
47 2
Prior Lien National Railways of Mexico.
Fl.
1000.—
Loten
5
Oostenrijk 1860.
100.—
4
Theiss Regulirungs-Gesellschaft.
- f
4500.—
Prolongatie.
Wij vestigen Uwe aandacht op den hierna volgenden staat.
De Raad van Toezicht:
J. W. SGHAAPER, Voorzitter.
Chr. BEELS.
f
n
V
n
H
Jf
tl
n
n
ti
n
ti
tt
n
n
n
tl
V
V
n
71 7! tl
ri
tt
n
V
t1
V
V
ti
V
71
n
f
n
tl
n
tl
V
tl
n
V
n
jt
tl
V
j)
tl
D
7)
V
71
n
n
n
n
71
V
n
tl
i
C. G. Th. SIX, Secretaris.
