z)/Ztpne Q%eezenf
Wij hebben de eer U verslag uit te brengen over het thans achter ons liggende
boekjaar 1908, zijnde het negentiende sinds onze vestiging.
Hoewel de zaken in het hypotheekbedrijf gedurende dat jaar nog beperkt waren,
kunnen wij met voldoening constateeren, dat onze finantieele resultaten niet ongunstig zijn.
Evenals vorige jaren werden de acten met bijbehoorende stukken nagezien en
accoord bevonden en de aan de circulatie onttrokken pandbrieven waardeloos en finaal
onbruikbaar gemaakt, terwijl ook de administratie, onder geregelde contróle van den Heer
TH. LIMPERG Jr., die als accountant herbenoemd werd, blijkens diens hierachter opgenomen
rapport, volkomen in orde werd bevonden.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 12den Maart 1908,
werden herbenoemd als Commissarissen, de Heeren J. W. SCHAAPER en C. DE RUYTER Jr.
Volgens rooster zijn dit jaar aan de beurt van aftreding als Commissarissen de
Heeren Jhr. C. C. Th. SIX, H. J. M. H. VAN RIJCKEVORSEL en Jhr. H. D. W. HOOFT.
