op rekening van rente en aflossing 1 Mei 1909 verschijnende, terwijl het resteerende bedrag in rekening-courant verschuldigd was. In het afgeloopen jaar was de Bank driemaal verplicht van haar recht tot verkoop krachtens de onherroepelijke volmacht gebruik te maken. De eerste maal werd het verbonden perceel ter voorkoming van verlies ingekocht, doch kort daarop weder zonder eenige schade van de hand gedaan, terwijl in de beide andere gevallen, de opbrengst voldoende was om al het aan de Bank verschuldigde te voldoen. De resultaten over het afgeloopen boekjaar zijn als volgt: Aan winsten werd gemaakt: Interest49.137.64® Administratierekening13.738.72 Verjaarde coupons408.25 63.284.61® De onkosten vorderden een bedrag van 16.914.81® zoodat overblijftf 46.369.80 waarvan wij hebben afgeschreven op: Diverse Debiteurenf 217.91 waarna de zuivere winst bedraagtf 46.151.89 Directeuren en Commissarissen stellen U voor 2000.— op de extra-reserve over te brengen, waarna, na aftrek van 4 pCt. over de verplichte storting en de bedrijfsbelasting, ter verdeeling overeenkomstig artikel 37 der statuten overblijft de som van ƒ36.041.266, hetgeen eene totale uitkeering van 10®/4 pCt. aan de aandeelhouders veroorlooft en eene toevoeging van 7208.25 aan de statutaire reserve medebrengt, terwijl een bedrag van 176.70 als onverdeeld dividend-saldo op nieuwe rekening wordt overgebracht. Na deze toevoegingen, vermeerderd met de gekweekte rente, bedraagt de statutaire reserve 135.533.06® en de extra- reserve 48.500.te zamen 184.033.06®, zoodat de reserves sinds het vorig boekjaar met circa 15.000.zijn vermeerderd.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1908 | | pagina 10