Q/Ziine <2J^èeten/ Wij hebben de eer U verslag uit te brengen over het thans achter ons liggende boekjaar 1907, zijnde het achttiende sinds onze vestiging. Ook dat jaar kenmerkte zich door abnormaal hooge geldkoersen, die op alle takken van Handel en Nijverheid hunnen invloed lieten gelden. Dat die omstandigheid ook zeer ten nadeelè van de plaatsing van pandbrieven was, valt gemakkelijk te begrijpen. Wij vertrouwen echter dat een voortduren der ingetreden lagere geldkoersen de vraag naar pandbrieven weder zal doen verlevendigen en eene geregelde plaatsing daarvan het gevolg zal zijn. Met voldoening kunnen wij U er intusschen op wijzen, dat de finantiëele resultaten van ons bedrijf over het afgeloopen jaar, zooals U uit de volgende bladzijden zal blijken, niet ongunstig zijn. Evenals vorige jaren werden de acten met bijbehoorende stukken door ons nagezien en accoord bevonden en de aan de circulatie onttrokken pandbrieven waardeloos en finaal onbruikbaar gemaakt, terwijl ook de administratie, onder geregelde contróle van den Heer TH. LIMPERG Jr., die als accountant herbenoemd werd, blijkens diens hierachter opgenomen rapport, volkomen in orde werd bevonden. In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 25sten Maart 1907, werden herbenoemd als Commissarissen, de Heeren CHR. BEELS en C. W. T. VAN DIJK. Volgens rooster zijn dit jaar aan de beurt van aftreding als Commissarissen de Heeren J. W. SCHAAPER en C. DE RUIJTER Jr., in welke vacaturen U straks gelegenheid zal worden gegeven te voorzien.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1907 | | pagina 7