Aan de
Aandeelhouders der Bata af sc he Hypotheekbank,
Hier.
AMSTERDAM, 2 Maart 1908.
De ondergeteekende verklaart hierdoor, de boekhouding Uwer instelling over het
jaar 1907 in haar vollen omvang te hebben gecontroleerd en in orde bevonden.
Van alle bestaande geldleeningen bleken grossen voor eerste hypotheek en de
overige bewijsstukken aanwezig, terwijl hem tevens van alle, op een drietal na, de door de
debiteuren geteekende saldo-biljetten per 15 October 1907 ten bewijze van accoordbevinding
werden overgelegd. De ontbrekende saldo-biljetten betreffen twee leeningen van één debiteur,
die aan het herhaald verzoek om toezending niet heeft voldaan, en eene hypotheek, welker
debiteur in het buitenland verblijf houdt. Bovendien heeft hij zich ten hypotheekkantore ervan
vergewist, dat alle in 1907 gesloten leeningen als eerste hypotheek ten behoeve Uwer Bank
zijn ingeschreven.
Hij heeft voorts alle uitgelote en ingekochte, vernietigde pandbrieven met de pandbrief-
registers vergeleken en daarbij alles in de beste orde bevonden, terwijl ook de in 1907
opgekomen coupons in natura door hem werden geverifieerd.
De Balans, sluitende met een voordeelig saldo van 47.830.035, werd door hem
met de boeken en bescheiden vergeleken en, ten bewijze van accoordbevinding, van zijne
handteekening voorzien.
De accountant,
TH. LIMPERG Jr.
Fa. BIANCHI LIMPERG.