Q^leeven Wij hebben de eer U verslag uit te brengen over het thans achter ons liggende boekjaar 1906, zijnde het zeventiende sinds onze vestiging. Dat jaar heeft zich gekenmerkt door belangrijke gebeurtenissen, die het geheele hypotheekwezen ernstig hebben geschokt. De onregelmatigheden, in het beheer van twee Banken aan het licht gekomen, verminderden in niet geringe mate het vertrouwen in de soliditeit van pandbrieven. Daarbij oefenden de abnormaal hooge geldkoersen gedurende een zeer groot deel van het jaar een ongunstigen invloed op de plaatsing uit. Gevolg van een en ander is ook voor onze Bank geweest, dat de geregelde afname van pandbrieven groote stremming ondervond. Dat desniettemin de finantieele resultaten van ons bedrijf niet ongunstig zijn geweest, mogen wij met voldoening constateeren. Wij vleien ons, dat verbetering van den toestand gaandeweg zal intreden. De ondervinding leerde tot dusver, dat abnormaal hooge geldkoersen slechts een tijdelijk karakter hebben en het vertrouwen van het publiek in het in den grond kerngezond hypotheekbedrijf moet, dunkt ons, langzamerhand terugkeeren. Hiertoe zal voorzeker worden bijgedragen door de verscherping der contröle-maatregelen, die bij schier alle Hypotheekbanken valt waar te nemen. Dat bij onze Bank de administratie aan strenge eischen voldoet, moge blijken uit het rapport van den Heer Th. Limperg Jr.,

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Bataafsche Hypotheekbank | 1906 | | pagina 7