Aan de
Aandeelhouders der Bataaf sc he Hypotheekbank.
AMSTERDAM, 25 Februari 1907.
De ondergeteekende verklaart hierdoor, de boekhouding Uwer instelling over het
jaar 1906 in haar vollen omvang te hebben gecontroleerd en in orde bevonden.
Van alle bestaande geldleeningen bleken grossen voor eerste hypotheek en de
overige bewijsstukken aanwezig, terwijl hem tevens van alle, op een drietal na, (waarvan de
debiteuren, niettegenstaande herhaald verzoek, weigerachtig gebleven zijn, te teekenen), de door
de debiteuren geteekende saldo-biljetten per 15 October 1906 ten bewijze van accoordbevinding
werden overgelegd. Bovendien heeft hij zich ten hypotheekkantore ervan vergewist, dat alle
in 1906 gesloten leeningen als eerste hypotheek ten behoeve Uwer Bank zijn ingeschreven.
Hij heeft voorts alle uitgelote en ingekochte, vernietigde pandbrieven (ook van
vorige jaren) met de pandbriefregisters vergeleken en daarbij alles in de beste orde bevonden,
terwijl ook de in 1906 opgekomen coupons in natura door hem werden geverifieerd.
De Balans, sluitende met een voordeelig saldo van ƒ46854.82, werd door hem
met de boeken en bescheiden vergeleken en, ten bewijze van accoordbevinding, van zijne
handteekening voorzien.
De accountant,
TH. LIMPERG Jr.
Fa. BIANCHI LIMPERG.