Wij hebben de eer, U verslag uit te brengen over het thans achter ons liggende
boekjaar 1898, zijnde het negende sinds onze vestiging.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, gehouden den 9 Maart 1898,
werden herbenoemd als Commissarissen de Heeren Jhr. H. TRIP en C. DE RUIJTER Jr.
Volgens rooster is dit jaar aan de beurt van aftreding als Commissaris de Heer
W. C. H. VAN DIJK in welke vacature U straks gelegenheid zal worden gegeven te voorzien.
Verder moeten wij U tot ons leedwezen mededeelen, dat de Heer Jhr. E. LOPES SUASSO,
wegens zijn voortdurend verblijf in het Buitenland, gemeend heeft, zijn ontslag als Commissai’is
te moeten nemen. Van af de oprichting der Bank trad hij als Commissaris op en behartigde
als zoodanig de belangen onzer instelling. Met waardeering herdenken wij hier dan ook de
vele diensten door hem aan onze Bank bewezen.
Overgaande tot de behandeling der resultaten van het afgeloopen boekjaar, bieden
wij U aan de Balans en de Winst- en Verliesrekening over dat tijdperk, welke door ons
nauwkeurig zijn onderzocht en accoord bevonden.
Ingevolge Artikel 22 der Statuten werden insgelijks Balans en Winst- en Verlies
rekening onderzocht door de Commissie uit de Aandeelhouders, die deze accoord bevonden en
ten blijke daarvan mede onderteekenden.