Qyleebem
"Wij hebben de eer, U, verslag uit te brengen over het thans achter ons liggende
boekjaar 1892, zijnde het derde sinds onze vestiging.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders gehouden den 3en Maart 1892
werd benoemd tot lid van den Raad van Toezicht, onzen mede-Gommissaris de Heer JULES
L. ET. DE GIJSELAAR, terwijl herbenoemd werd als Commissaris den Heer A. D.
HARME VS.
In de bestaande vacaturen in het Collegie van Commissarissen, werd in eene
Buitengewone Algemeene Vergadering van Aandeelhouders gehouden den 15 Juni 1892 voorzien,
door de verkiezing van de Heeren Jhr. H. D. W. HOOFT en WC. H. VAN DIJK, die
hunne benoeming welwillend hebben aanvaard.
Volgens rooster’ is dit jaar aan de beurt van aftreding als Commissaris de Heer
Jhr. H. TRIP, waarvoor U straks gelegenheid zal worden gegeven in die vacuture te voorzien.
Overgaande de resultaten over het afgeloopen boekjaar te behandelen, bieden wij
U aan, de Balans en de Winst- en Verliesrekening over dat tijdperk, welke door ons nauwkeurig
zijn onderzocht en accoord bevonden.
Ingevolge artikel 22 der Statuten werd insgelijks de Balans en de Winst- en
Verliesrekening onderzocht door de Commissie uit de aandeelhouders, die deze accoord bevonden
en ten blijke daarvan mede onderteekenden.
Even als de voorgaande jaren, werd ook in dit tijdperk nog geen gebruik gemaakt
van de bevoegdheid, verleend bij alinea 3 van artikel 1 der Statuten, om gelden te verstrekken
onder waarborg of afstand van inschrijvingen Groothoek der Nationale Schuld, ten laste van het Rijk.
Oft?
