1 9 I 2,001— I 5,000.—30,300.-
De leeningen in 1891 gesloten, zijn verdeeld:
A. naar het Onderpand.
Gebouwde eigendommenf 414100.
Ongebouwde dito 8000.
- 422,100—
B. Naar de ligging der verbonden goederen.
Provincie N-Holland383,800.
Z.-Holland25,000.-
I Utrechti 10,000.—
N.-Brabant3,300.—
f 422.100.—
O. Naar bet bedrag.
8 Leeningen van f 500.— tot f 2,000.—f 11,200.—
8 I 5,001.— 10,000.—67,100.-
9 10,001.— 20,000.—132,500.—
3 20,001.— 30,000.-71,000.—
2 I I 30,001.— I 40,000.—n 68,000.—
1 Leening B 42,000.— B 42,000.—
f 422,100.—
Voor de tot heden gesloten „dH pCt. Geldleeningen” uitmakende een bedrag van f 141.000,—
en waarvan nog verschuldigd is op 31 Dec. 1891 f 95,000.werden 3H pCt.
Pandbrieven uitgegeven.
Hiervan zijn op beden nog in omloop94,500.
Uitgeloot of bij aflossing in betaling gegeven:
in het le boekjaarf 25,500.
2« 20,500.— 46,000.— 140,500.—
Minder in omloop gebracht, als waartoe de Bank, volgens artikel 29
der Statuten, bevoegd was500.
f 141,000 If
Yoor de tot heden gesloten „4 pCt. Geldleeningen” uitmakende een bedrag van f 1 120.400,
en waarvan nog verschuldigd is op 31 Dec. 1891 f 979,175.werden 4 pCt.
Pandbrieven uitgegeven.
Hiervan zijn op beden nog in omloopf 897,500.
Uitgeloot of bij aflossing in betaling gegeven:
in het 1« boekjaarf 74,000.
2e 67,000.—
reserve voor de volgende uitloting 225— 141,225.— 1,038,725.—
Minder in omloop gebracht, als waartoe de Bank, volgens artikel 29
der Statuten, bevoegd was81,675.
f 1,120,400.—