Aan de Aandeelhouders
der N.V, Algemeene Friesche Hypotheekbank,
gevestigd te Leeuwarden.
M.,
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat wij kennis hebben genomen van de door
de directie opgemaakte balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1939, ver
gezeld van de toelichting, als bedoeld in art. 42 van het Wetboek van Koophandel. Wij
hebben de stukken voorloopig goedgekeurd en geven U in overweging deze vast te
stellen en mitsdien het dividend te bepalen op ƒ8.per aandeel.
In Uw vergadering van 12 Mei 1939 werden als Commissarissen herkozen de Heeren
R. BUISMAN en H. EISMA, die hun herbenoeming aannamen. Volgens rooster zijn dit
jaar aan de beurt van aftreding als Commissarissen de Heeren N. T. ALBARDA en
N. OTTEMA, die wij U voor herbenoeming aanbevelen.
Wij meenen er hier nog melding van te moeten maken, dat in Uw heden gehouden
buitengewone vergadering aan den Heer Mr. J. TALSMA Jzn., op diens verzoek, met
ingang van heden, eervol ontslag is verleend als Directeur der vennootschap. In de hier
door ontstane vacature is tijdelijk voorzien door de benoeming van den Heer H. EISMA
te Velp, tot waarnemend directeur. Tevens werd met ingang van heden door Uw ver
gadering, overeenkomstig art. 28 der in dit jaar gewijzigde statuten, tot Gedelegeerd
Commissaris met toekenning van de bevoegdheden van een directeur, benoemd de Heer
JACS. RUSTIGE, Wethouder van Financiën te Amsterdam, aan wien in Uw vergadering
van 30 Juli 1938 de tijdelijke waarneming van de destijds vacante directeursfunctie was
opgedragen.
De functie van waarnemend lid van den Raad van Toezicht, ter vervanging van
den Heer H. EISMA, die wegens zijn benoeming tot waarnemend directeur tijdelijk als
lid van den Raad van Toezicht moet aftreden, is door ons College opgedragen aan den
Heer A. J. BRANDT te Driebergen-Rijsenburg.
De Commissarissen
A. RÖELL, President.
LEEUWARDEN, 27 April 1940.
14