NEGEN EN DERTIGSTE BOEKJAAR, M., Ingevolge art. 43 der statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag omtrent den gang der zaken van de Vennootschap en het gevoerde beheer over het afgeloopen jaar, onder bijvoeging van de door ons opgemaakte balans en winst- en verliesrekening per 31 December 1938 en van de verklaring, opgemaakt door het Amsterdamsch Trustee’s Kantoor N.V. (Afdeeling Accountancy) te Amsterdam, als resultaat van het door dat Kantoor ingestelde onderzoek omtrent de gevoerde administratie over 1938 en den toestand der Vennootschap. Inde Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, in 1938 gehouden, werden de balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1937 goedgekeurd en het dividend op f 5. per aandeel vastgesteld. AI°emOverzicht Allereerst moeten wij den treurigen plicht vervullen het overlijden op 15 Maart 1939 'van een onzer Commissarissen, den Heer P. A. van Rossem te Rotterdam te memoreeren, die van 1907 af in deze functie aan onze Bank verbonden is geweest. Met groote waardeering denken wij terug aan de vele waardevolle adviezen, welke onze Bank van den overledene mocht ontvangen. Zijn nagedachtenis zal ook bij ons in hooge eere blijven. In de bovengemelde Algemeene Vergadering van Aandeelhouders werden de Heer Mr. Dr. A. Baron Röell te Haarlem en wijlen de Heer P. A. van Rossem te Rotterdam als Commissarissen onzer instelling herkozen. Het is ons aangenaam te kunnen vermelden, dat beide heeren hun herbenoeming hebben aanvaard. In dezelfde vergadering werd tot Commissaris gekozen de Heer Jacs. Rustige, Wethouder van Financiën van de gemeente Amsterdam. Het doet ons genoegen te kunnen vermelden, dat ook deze zijn benoeming als zoodanig heeft aanvaard. De tijdelijke waarneming van de vacante directeursfunctie werd eveneens in bovengemelde vergadering opge dragen aan den Heer Jacs. Rustige, bovengenoemd, zulks in de plaats van den Heer H. Eisma te Velp, welke laatste zijn plaats in den Raad van Toezicht weder heeft ingenomen. Gaarne brengen we hier een woord van dank aan den Heer Eisma voor het feit dat hij zich tijdelijk met deze betrekking heeft willen belasten en de belangrijke diensten, die hij in deze functie aan de Bank heeft bewezen. Deze dank geldt evenzeer den Heer A. J. Brandt te Driebergen- Rijsenburg, die zich welwillend beschikbaar stelde tijdelijk de functie van den Heer Etsma in den Raad van Toezicht waar te nemen. Aan het gedetailleerd verslag van de verrichtingen der Bank in het afgeloopen jaar wenschen wij wederom enkele opmerkingen van algemeenen aard te doen voorafgaan. Ook nog in het jaar 1938 liet het hypotheekbankbedrijf de weerspiegeling zien van de in 1937 ingetreden rentedaling, die zich ook gedurende het geheele boekjaar hand haafde. Eenerzijds bracht ons dit het voordeel, dat wij door zeer belangrijke conversies onze pandbriefrente tot 3l/2°/0 konden verlagen, doch anderzijds werkte de groote geldruimte be lemmerend op het sluiten van nieuwe hypothecaire leeningen op loonende voorwaarden. Ook gaf zij aanleiding tot het verleenen van renteverlaging aan onze hypothecaire geldnemers, mede om den terugloop onzer hypothekenportefeuille zooveel mogelijk te beperken. De reeds in het vorig jaar begonnen conversie in 3l/2 pandbrieven kon dit jaar wor den voortgezet. Successievelijk konden al onze 4% pandbrieven aflosbaar worden gesteld, het

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1938 | | pagina 6