7 4l/2 pandbrieven der series 1 tot en met 16 had plaats op 29 April 1937 per 1 Augustus d. a. v. en van de series A tot en met G op 29 Mei 1937 per 1 Juli en 1 September d. a. v. nadat vooraf drie extra-uitlotingen dezer 42/2 stukken hadden plaats gevonden. Het gevolg hiervan was, dat na 1 Juni geen 5% en na 1 September geen 4^2 pandbrieven meer ten laste onzer instelling in omloop waren. De mogelijkheid tot conversie in stukken van Sl/2°/0 en 4°/0 werd voor de houders der uitgelote en aflosbaar gestelde pandbrieven open gesteld. Inmiddels hebben wij op 9 September 1937 een verplichte uitloting gehouden per 1 November d. a. v. van f 42.800.4% pandbrieven der series G, H en I en een extra uitloting per 15 October 1937 van f 1.000.000.4% pandbrieven der series A tot en met E, terwijl eindelijk nog op 27 October 1937 f 1.000.000.4 pandbrieven van laatstgenoemde series extra werden uitgeloot per 1 December d. a. v. Hierbij werd de mogelijkheid tot conversie in stukken van 31/2 °/o opengesteld. Mede dank zij den ijver onzer plaatselijke vertegenwoordigers hebben wij, zooals reeds boven vermeld, gedurende het afgeloopen boekjaar, met inbegrip van de continuaties, voor f 4.381.950.leeningen gesloten, tegen f 2.750.112.50 in 1936. Ook dit jaar deden zich bij onze debiteuren in verband met de nog steeds heerschende omstandigheden af en toe nog moeilijkheden voor bij de betaling van de bedongen renten en aflossingen, al mochten wij tot ons genoegen constateeren, dat verreweg de meesten in staat bleken het verschuldigde te voldoen. Gezien echter de reeds in het vorig boekjaar op de achterstallige rente toegepaste afschrijving en de daarop uit onze Reserve voor diverse doeleinden ver richte afboeking, loopt onze Bank naar ons oordeel met het op de balans uitgetrokken resteerende bedrag ad f 52.986.30 practisch geen risico. Wat de periodieke aflossingen betreft, daarvan is, mits zulks op zich zelf redelijk was, in sommige gevallen ook dit jaar vrijstelling verleend. De dotatie aan het Statutair Reservefonds uit de winst 1936 ad f 1.522.61 benevens de vrijgekomen gelden door uitloting van effecten, werden wederom door aankoop en conversie in effecten belegd. Door Koerswinst vermeerderde de balanswaarde der effecten waarin hét fonds is belegd met f 14.247.12, welk bedrag wij hebben bijgeboekt op de Reserve voor Koers verschillen op die effecten. Wij stellen U voor de rente gekweekt van het Statutair-Reservefonds, alsmede die berekend over de Extra-Reserve, ten gunste van de Reserve voor diverse doel einden te brengen. Eveneens stellen wij voor van deze Reserve af te boeken de bedragen welke op bladzijde 20 nader zijn omschreven en haar te versterken met f 57.194.76 waardoor zij komt op f 183.342.27 (v. j. f 148.607.06). Gedurende het afgeloopen jaar moest de Bank 8 maal gebruik maken van het recht van executie krachtens art. 1223 B. W., 7 maal tengevolge van verzuim in de betaling der renten en 1 maal wegens faillissement. In 3 gevallen was de opbrengst voldoende om onze vorderingen te verhalen, terwijl in de overige gevallen de betrokken onderpanden geheel of gedeeltelijk werden ingekocht. Bovendien werden de onderpanden van nog 3 leeningen van de curatoren in de betrokken faillissementen onderhands overgenomen. Wij mochten er in slagen enkele hiervan weer van de hand te doen, terwijl wij ook nog verschillende der in het vorig jaarverslag vermelde ingekochte onderpanden konden verkoopen. Omtrent een en ander verwijzen wij naar de nadere gegevens op bladzijde 16 hierna. Op één leening werd nog een verlies geleden ad f 681.14. welk bedrag wij voorstellen van de daarvoor bestemde Reserve voor diverse doeleinden af te schrijven. Hypotheken. Reserves. Executies en Ingekochte Onder panden.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1937 | | pagina 9