ACHT EN DERTIGSTE BOEKJAAR.
Mijne Heeren
Ingevolge art. 43 der statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag
omtrent den gang van zaken van de Vennootschap en het gevoerde beheer over het afgeloopen
jaar onder bijvoeging van de door ons opgemaakte balans en winst- en verliesrekening per
31 December 1937 en van het rapport, opgemaakt door het Amsterdamsch Trustee’s Kantoor
N.V. (Afdeeling Accountancy) te Amsterdam, als resultaat van het door dat Kantoor ingestelde
onderzoek omtrent de gevoerde administratie over 1937 en den stand der Vennootschap.
De groote drukte aan ons kantoor mede tengevolge van de omvangrijke conversies was
oorzaak, dat de aanbieding dezer stukken eenige vertraging heeft ondergaan.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, in 1937 gehouden, werden de balans
en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1936 goedgekeurd en het dividend op f 5.
per aandeel vastgesteld.
Aan het gedetailleerde verslag van de verrichtingen in het afgeloopen jaar wenschen
wij wederom enkele opmerkingen van algemeenen aard te doen voorafgaan.
In de bovengemelde Algemeene Vergadering van Aandeelhouders werd de Heer A. J.
Brandt te Driebergen-Rijsenburg, als Commissaris onzer instelling herkozen. Het is ons aan
genaam te kunnen vermelden, dat deze zijn herbenoeming heeft aanvaard. De tijdelijke waar
neming van de vacante directeursbetrekking werd in dezelfde vergadering opgedragen aanden
Heer H. Eisma te Velp, lid van den Raad van Toezicht, terwijl de Heer A. J Brandt de daar
door opengevallen functie van lid van dien Raad tijdelijk heeft waargenomen.
Gedurende het geheele jaar 1937 ondervond het hypotheekbankbedrijf in ruime mate de
gevolgen van de in het najaar van 1936 ingetreden rentedaling, die zich over het gehfeele
boekjaar geleidelijk heeft voortgezet. Eenerzijds bracht ons dit het voordeel, dat wij door zeer
belangrijke conversies en door het uitgeven van. 3l/2 °/o pandbrieven onze gemiddelde pand-
briefrente aanzienlijk konden verlagen, maar anderzijds werkte de groote geldruimte belem
merend op het sluiten van nieuwe hypothecaire leeningen tegen loonende condities. Ook gaf
zij aanleiding tot renteverlaging aan onze hypothecaire geldnemers mede ter voorkoming van
een ongewenscht grooten terugloop onzer hypothekenportefeuille.
In het begin van het boekjaar stelden wij nog 4 pandbrieven verkrijgbaar tegen den
koers van ÏOO1/^ °/q. Reeds in het eerste kwartaal werd deze koers verhoogd, eei’st tot lOO^o/o,
later tot 101 °/o- Op 19 Juni 1937 werd de afgifte der 4% pandbrieven, behalve voor con
versie, gestaakt. Inmiddels waren wij op 29 April 1937 reeds overgegaan tot de uitgifte van
372o/0 pandbrieven, aanvankelijk tegen den koers van 99 °/o> welke geleidelijk werd verhoogd
tot resp. 99^2, 100 en ÏOO1^ Al onze 5% en 41/äpandbrieven werden uitgeloot en
aflosbaar gesteld. Zelfs kon er nog (in September en October) tweemaal een extra uitloting
van 4 pandbrieven plaats hebben.
Bijna alle houders van uitgelote en aflosbaar gestelde pandbrieven maakten gebruik van
de gelegenheid tot conversie, eerst in 4%, later in 3% stukken.
De omvangrijke conversies noodzaakten ons, tot dekking van de bij de uitlotingen op ons
genomen verplichtingen, groote kassaldi beschikbaar te houden. Daar slechts sporadisch verzil-
Algemeen
overzicht.