7 Ook dit jaar kwamen onze pandbrieven voor op de lijst van fondsen, welke in aanmerking komen voor belegging der gelden van de Rijksverzekeringsbank en welke in pand gegeven kunnen worden door werkgevers, die het risico van de bij de ongevallenwet geregelde ver zekering zelf wenschen te dragen. Evenals de Rijkspostspaarbank heeft ook deze instelling de in haar bezit zijnde hooger rentende pandbrieven alle vrijwillig geconverteerd. voor belegging genomen door het Kroondomein, Pensioenfondsen voor Ambtenaren, Spaar banken, Levensverzekering-Maatschappijen en andere Instellingen. Evenals in vorige jaren werden in het belang van de pandbriefhouders de aangeboden pandbrieven zooveel mogelijk op de gebruikelijke wijze teruggenomen. Het aangeboden en teruggenomen bedrag was in 1936 lager dan in 1985, nl. 276.150.—, tegen 653.450.—, zijnde respectievelijk 1.20% en 2.77% van het op 31 December 1936 en 1935 uitstaand bedrag aan pandbrieven. Hoewel de uitloting en conversie aan pandbriefhouders de zekerheid geven, dat zij binnen afzienbaren tijd hunne in onze pandbrieven belegde gelden integraal terug ontvangen, hebben wij ook dit jaar gemeend door vlotten inkoop zooveel mogelijk rekening te moeten houden met de belangen van onze pandbriefhouders, die op een zeker tijdstip hunne pand brieven te gelde wenschen te maken. Conversie. Ingevolge liet in 1913 genomen besluit had in de vergadering van den Raad van Toezicht van 27 Januari 1936 de loting plaats van f 30.000.4 pandbrieven, welke uitsluitend in de maanden Juni en Juli verwisselbaar werden gesteld tegen 4% uitlootbare pandbrieven, zonder koersverrekening en zonder bijbetaling van kosten. In totaal werden hiervan ter con versie aangeboden ƒ20.200. van Notaris F. J. Rensing te Leeuwarden de gewone jaarlijksche uitloting plaats van 4% en 5 pandbrieven. In totaal werd uitgeloot voor een bedrag ad f 599.100.4% pand brieven (waarvan zich voor een bedrag ad f 117.700.in portefeuille bevond) en f 548.000. 5 pandbrieven (waarvan f 41.200.in portefeuille), welke stukken per 1 Mei en 1 Juni a pari aflosbaar werden gesteld. Voorts had in de vergadering van 23 September 1936 ten overstaan van Notaris A. M. Harterink te Leeuwarden de verplichte uitloting plaats van 4 pandbrieven, serie G, H en I en van 4%% pandbrieven serie E, F en G, waarbij voor respectievelijk f 32.200.en f 169.800.(in portefeuille 4000.a pari aflosbaar werd gesteld per 1 November. Zooals wij op bladzijde 5 reeds mededeelden, heeft in het jaar 1936 de economische depressie zich nog terdege doen gevoelen, hetgeen ook tot uiting kwam in de betaling van renten en aflossingen. Voorzichtigheidshalve hebben wij daarom een bedrag van 30.000. op de achterstallige rente afgeboekt, waarmede de rente die nog van vóór 1 Juli 1936 ver schuldigd was, ruimschoots is afgeschreven. Van de per 31 December 1936 nog onbetaalde rente, verschuldigd geworden in het tweede halfjaar 1936 (verschenen 1 Augustus en 1 No vember) ad 102.636.02 is thans nog onvoldaan f 43.495,70. Wat de periodieke aflossingen betreft, daarvan is, mits zulks op zich zelf redelijk was, in sommige gevallen ook dit jaar vrijstelling verleend. Rijksverze keringsbank fondsen z Behalve door de Rijkspostspaarbank en de Rijks verzekeringsbank worden onze pandbrieven Pandbrieven. In totaal werd in dit jaar aan pandbrieven geplaatst voor een bedrag ad 871.800. tegen 1.779.800.— in 1985. Uitloting. In de vergadering van den Raad van Toezicht van 27 Januari 1936 had ten overstaan Hypotheken. Wij mochten er met behulp van onze plaatselijke vertegenwoordigers weer in slagen de weinige gelden, welke voor uitzetting beschikbaar waren, goed te beleggen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1936 | | pagina 9