6
jaaruitloting in verband met nog te verwachten aflossingen hoofdzakelijk, zooal niet geheel, uit
eigen middelen hopen te kunnen financieren.
Bij den aanvang van het jaar werden: door ons verkrijgbaar gesteld 4°/0 pandbrieven
tegen den koers van 100 °/q totdat de ontredderde toestand op de beleggingsmarkt was
ingetreden. Aan pandbrieven werd in totaal geplaatst voor een bedrag van f 1.779.800,
Aangezien voor een bedrag van f 3.735.150,door uitloting en inkoop aan den omloop werd
onttrokken, is onze circulatie dit jaar per saldo f 1.955.350,achteruitgegaan.
Het is duidelijk, dat er behalve in het eerste kwartaal, van nieuwe uitzetting van gelden op
hypotheek practisch geen sprake heeft kunnen zijn, al hebben wij ter zake van de leeningen, welke
wegens het verstrijken van den termijn, waarvoor ze waren gesloten moesten worden afgelost niet tot
opeisching willen overgaan. Doch het geld, hetwelk wij door het vervroegd aflossen van leeningen te
onzer beschikking kregen, dit jaar f 1.583.637.50 bedragende tegenover f 2.365.756.98 in het vorig
jaar, moest allereerst dienen voor eigen liquiditeit. Voor zoover er nog van het sluiten van
leeningen sprake is geweest, werden ook in dit jaar door ons de onderpanden der leeningen,
welke bij de grootere posten steeds bestonden in complexen van afzonderlijke verkoopbare
perceelen, vrijwel uitsluitend gevonden in courante woonhuis- en winkelpanden in de grootere
gemeenten. Ook deze posten zijn, gelijk al onze leeningen gesloten voor een duur van 5 jaar.
Landposten heeft onze instelling zoo goed als niet, terwijl wij bij tuinderijen, bollenland en
dergelijke in het geheel geen belang hebben. Over het algemeen hebben de debiteuren, de
moeilijke tijdsomstandigheden in aanmerking genomen, behoorlijk aan hun verplichtingen vol
daan. Moeilijkheden bij de invordering van het verschuldigde hebben wij getracht zooveel
mogelijk minnelijk te ondervangenin twaalf gevallen echter moest tot executie worden over
gegaan. Een tweetal der betrokken leeningen waren gesloten op eenzelfde debitrice, terwijl
deze ook nog de belanghebbende bleek bij een object, waarop een derde leening gesloten was, ten
aanzien van welke leeningen door allerlei omstandigheden executie onvermijdelijk bleek, met het
resultaat, dat wij de betrokken perceelen, bestaande uit een drietal vrij belangrijke complexen van
zgn. portiekwoningen en een zestal winkelhuizen, elk met twee bovenwoningen, inkochten. Wij
hebben ze toen meteen gerestaureerd en weer in behoorlijken staat van onderhoud doen brengen,
waardoor wij den bestaanden leegstand reeds voor het overgroote deel hebben kunnen opheffen.
Verder werd in dit jaar getransporteerd het belangrijke complex te Amsterdam, ten aanzien waarvan
reeds het vorig jaar een voorloopig koopcontract werd gesloten. Dit complex hebben wij doen
verbouwen tot winkelhuizen, waardoor naar wij meenen de waarde in belangrijke mate is
gediend, terwijl het inmiddels reeds vrijwel geheel verhuurd is. Hoewel, dit complex evenals
de panden te ’s-Gravenhage van een ruime rentabiliteit is, heeft een en auder toch tot gevolg
gehad dat met de enkele andere perceelen, welke onze Bank nog bezit de post Ingekochte Onder
panden dit jaar met een niet onbelangrijk bedrag op de balans verschijnt. Ofschoon het ons
wil voorkomen, gezien de rentabiliteit, dat hierin geen verliezen van beteekenis behoeven te
schuilen, hebben wij mede met het oog op onverhoopte tegenslagen het noodig geoordeeld een
speciale reserve te creëeren. Op het voorbeeld van verschillende Zusterinstellingen hebben
wij dan ook naast onze bestaande reserves t.w. de Statutaire Reserve en de Extra-Reserve
nog een speciale reserve gecreëerd, welke in de eerste plaats zal dienen als een fonds tot
afschrijving van de verliezen, welke mogelijkerwijze zouden schuilen in onze ingekochte onder
panden en hypotheken. Daar deze reserve mitsdien niet op één lijn gesteld kan worden met
de verder bestaande reserves, hebben wij hiertoe een afzonderlijk fonds gecrëerdzij ver
schijnt met een bedrag van f 112.960.33 als „Reserve voor diverse doeleinden” op onze balans.
Ten gunste dezer reserve werd gebracht niet alleen de dotatie uit de winst, welke tot dusverre
ten gunste der Extra-Reserve kwam, doch ook de met de belegging van de Statutaire Reserve
gekweekte rente en die welke tot dusverre bij de Extra-Reserve bijgeschreven werd, opdat
deze laatste reserves op het eenmaal verkregen niveau gehandhaafd zouden kunnen blijven.
De met het oog hierop noodige statutenwijziging heeft inmiddels reeds haar beslag gekregen.
Overigens brengen wij nog in herinnering, dat op het hoofd Ingekochte Onderpanden de vorige
jaren reeds f 50.235.07 is afgeschreven.