Vyf en dertigste boekjaar.
Mijne Heeren
Hierbij hebben wij de eer U aan te bieden het verslag van den toestand der Bank en
van hare verrichtingen gedurende het afgeloopen jaar met bijvoeging van het rapport, opgemaakt
door het Accountants-Kantoor Joh. Doornbos te Groningen, als resultaat van het door dat
Kantoor ingesteld onderzoek omtrent de gevoerde administratie over 1934 en den stand der
Vennootschap.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, den 31 Maart 1934 gehouden, werden
de balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1933 goedgekeurd en het dividend
op 22 o/0 vastgesteld.
Aan het gedetailleerd verslag van de verrichtingen in het afgeloopen jaar wenschen wij
wederom enkele opmerkingen van algemeenen aard te doen voorafgaan.
Wat de personen aangaat, aan wie het beheer en toezicht der Vennootschap is opge
dragen, moeten wij hier in de eerste plaats memoreeren, dat in de Buitengewone Vergadering
van Aandeelhouders, gehouden den 28 December 1934, den Heer Mr. J. van Heüsde, op diens
verzoek tegen 1 Januari 1935 eervol ontslag werd verleend als Directeur onzer vennootschap,
in welk verband wij, vooruitloopende op het verslag over 1935, hier reeds mogen ver
melden, dat in de Buitengewone Vergadering van 16 Maart 1935 in" de ontstane vacature
werd voorzien door de benoeming met ingang van 1 April a.s. van den Heer Mr.
J. B. Ten Bruggen Cate te Amsterdam. Voorts werden in de jaarlijksche Algemeene
Vergadering van Aandeelhouders van 31 Maart 1934 de Heeren R. Buisman en H. Eisma
herbenoemd als Commissarissen onzer Instelling, terwijl de Heer N. Ottema, Notaris te
Leeuwarden, als zoodanig werd gekozen. Het is ons aangenaam te kunnen vermelden, dat
genoemde Heeren hun herbenoeming, resp. benoeming hebben aanvaard.
Wat de resultaten betreft, welke ons bedrijf dit jaar heeft opgeleverd, meenen wij, dat
deze, de ongunstige tijdsomstandigheden in aanmerking genomen, bevredigend mogen worden
genoemd. De rente heeft zich in het afgeloopen jaar over het algemeen in een dalende
richting bewogen, in verband waarmede de uitgiftekoers der 41/2 pandbrieven, welke wij in
den aanvang van het jaar a pari verkrijgbaar stelden, spoedig kon worden gesteld op 100%
om daarna tot 101 te worden verhoogd. In de tweede helft van Juni werd daarnaast door
ons begonnen met de uitgifte van 4% pandbrieven, aanvankelijk tegen een koers van 99%.
Medio Juli werd de uitgifte van 4% pandbrieven stopgezet, in verband waarmede de koers
der 4% stukken op 99% gebracht werd, welke koers in verband met den steeds verder
dalenden rentestand in Augustus tot den parikoers en in October tot 101 werd verhoogd.
Ook in het afgeloopen jaar zijn wij voortgegaan met de conversie der 5% pandbrieven en
hopen daarmede door te gaan, teneinde ook onzerzijds ons zooveel mogelijk aan de gewijzigde
tijdsomstandigheden te kunnen aanpassen.
Aan pandbrieven werd in totaal geplaatst voor een bedrag van f 3.119.100.Aange
zien voor een bedrag van f 2.693.600.door uitloting en inkoop aan den omloop werd ont
trokken, heeft derhalve dit jaar de vooruitgang f 425.500.bedragen. Door het vervroegd
aflossen van leeningen kregen wij dit jaar een bedrag van f 2.365.756.98 te onzer beschikking
(in 1933 f 2.158.412.—). Bovendien liep wegens het verstrijken van den termijn, waarvoor ze
waren gesloten, voor een totaalbedrag van f 2.548.552.50 (in 1933 f 2.452.805.aan leeningen
af, welke voor een groot deel op nieuwe voorwaarden werden verlengd.
Ook in dit jaar werden door ons de onderpanden der leeningen, welke bij de grootere
posten steeds bestonden in een complex van afzonderlijk verkoopbare perceelen, vrijwel uit
sluitend gevonden in courante woonhuis- en winkelpanden in de grootere gemeenten. Landposten
heeft onze instelling zoogoed als niet, terwijl wij bij tuinderijen, bollenland en dergelijke in het
geheel geen belang hebben. Over het algemeen hebben de debiteuren, de moeilijke tijds
omstandigheden in aanmerking genomen, behoorlijk aan hun verplichtingen voldaan. Moeilijk
heden bij de invordering van het verschuldigde hebben wij getracht zooveel mogelijk minnelijk
Algemeen
Overzicht.