5
de heerschende tijdsomstandigheden. Het alom heerschend gebrek aan vertrouwen toch werkte
eenerzijds belemmerend op de pandbrievenplaatsing en anderzijds op de mutatie in het onroerend
goed, door beide welke factoren het bedrag aan voor uitzetting beschikbare gelden belangrijk
bij andere jaren is achtergebleven. Het surplus van de gemiddelde hypotheekrente der uit
staande leeningen boven de gemiddelde rente van de in omloop zijnde pandbrieven, bedroeg op
31 December van het verslagjaar 0.7729 tegenover 0.7542 van het daaraan voorafgaande jaar.
Evenals het vorig jaar achten wij het gewenscht het nadeelig saldo aan koersrekening
der pandbrieven ad f 22.893.97 geheel uit de gemaakte winst af te schrijven. Daarbij wordt
voorgesteld het dividend wederom te bepalen op 24%terwijl de winst ons bovendien in
staat stelt onze reserves aanzienlijk te versterken.
Op de laatste pagina van het verslag is een overzicht opgenomen van de bedrijfsresul
taten onzer Bank van het jaar van de oprichting af.
Ook dit jaar kwamen onze pandbrieven voor op de lijst van fondsen welke in aan
merking komen voor belegging der gelden van de Rijksverzekeringsbank en welke in pand
gegeven kunnen worden door werkgevers, die het risico van de bij de ongevallenwet geregelde
verzekering zelf wenschen te dragen.
fondsen"«!». Behalve door de reeds genoemde Rijkspostspaarbank en de Rijksverzekeringsbank worden
onze pandbrieven voor belegging genomen door het Kroondomein, Pensioenfondsen voor
Ambtenaren, Spaarbanken, Levensverzekering-Maatschappijen en andere Instellingen.
Evenals in vorige jaren werden in het belang van de pandbriefhouders de aangeboden
pandbrieven zooveel mogelijk op de gebruikelijke wijze teruggenomen. Het aangeboden en terug
genomen bedrag was in 1932 hooger dan in 1931, n.1. 719.950.tegen f 389.200.—, zijnde
respectievelijk 2.87 en 1.59 van het op 31 December 1932 en 1931 uitstaand bedrag aan
pandbrieven.
Hoewel de uitloting en conversie aan pandbriefhouders de zekerheid geven, dat zij
binnen afzienbaren tijd hunne in onze pandbrieven belegde gelden integraal terug ontvangen,
meenen wij tevens door vlotten inkoop zooveel mogelijk rekening te moeten houden met de
belangen van onze pandbriefhouders, die op een zeker tijdstip hunne pandbrieven te gelde
moeten maken.
Conversie. Ingevolge het in 1913 genomen besluit had in de vergadering van den Raad van Toezicht
van 27 Januari 1932 de loting plaats van 60.000.4% pandbrieven, welke uitsluitend in de
maanden Juni en Juli verwisselbaar werden gesteld tegen 41/2 °/0 uitlootbare pandbrieven, zonder
koersverrekening en zonder bijbetaling van kosten. In totaal werden hiervan ter conversie
aangeboden 44.600.4% pandbrieven. Het ligt in onze bedoeling evenals in vorige jaren
de niet aangeboden stukken bij de volgende loting wederom in aanmerking te doen komen.
van Notaris Mr. P. D. Poelstra te Leeuwarden de gewone jaarlijksche uitloting plaats van 4%
en 5% pandbrieven. In totaal werd uitgeloot voor een bedrag ad 600.100.— 4% pand
brieven en f 469.900.5 pandbrieven, welke stukken per 1 Mei en 1 Juni pari aflosbaar
werden gesteld. Voorts had in de vergadering van 29 September 1932 ten overstaan van
Notaris S. Molenaar te Leeuwarden de gewone jaarlijksche uitloting plaats van 4y2% pand-
Rijkspcst- De geregelde contróle op ons bedrijf vanwege de Rijkspostspaarbank werd dit jaar
spaar ank,voortgezej; jn (jen j00p van jaar werc|en wederom eenige partijen pandbrieven door deze
Instelling aangekocht.
Rijksverze
keringsbank.
Pandbrieven. In totaal werd in dit jaar aan onze pandbrieven geplaatst voor een bedrag ad f 2.473.500.
tegen ƒ4.701.500.in 1931.
Uitloting. In de vergadering van den Raad van Toezicht van 27 Januari 1932 had ten overstaan