Aan
H.H. Aandeelhouders der N.V. Algemeene
Friesche Hypotheekbank, gevestigd te
Leeuwarden.
MIJNE HEEREN,
Commissarissen der N.V. Algemeene Friesche Hypotheekbank hebben de eer U mede te
deelen, dat zij overeenkomstig de statuten de hierachterstaande Balans en Winst- en Verlies
rekening voorloopig hebben goedgekeurd, waarom zij deze aan U ter vaststelling voorleggen.
Met de in het bijgaande verslag van de Directie vervatte voorstellen omtrent reserveering en
winstverdeeling kunnen zij zich geheel vereenigen, waarom zij U in overweging geven deze te
bekrachtigen en mitsdien het dividend te bepalen op 24%.
In Uw vergadering van 16 Maart 1932 werden als Commissaris herkozen de Heeren
A. J. BRANDT en P. A. van ROSSEM, die hun herbenoeming aannamen.
Volgens den desbetreffenden rooster zijn dit jaar de Heeren Jhr. Mb. Db. A. RÖELL
en Mb. B. PH. BARON VAN HAR1NXMA THOE SLOOTEN aan de beurt van aftreding als
Commissaris, die zij de eer hebben U voor herbenoeming aan te bevelen.
Gaarne sluiten zij zich aan bij de woorden van waardeering door de Directie gewijd aan
de nagedachtenis van hun mede-commissaris Mr. J. T. Linthorst Homan. Dankbaar gedenkend
het vele, dat hij voor de Algemeene Friesche Hypotheekbank heeft gedaan, geven zij hunnerzijds
de verzekering, dat ook in hun College zijn naam steeds met eerbied zal worden herdacht.
De Commissarissen
A. RÖELL, President.
H. EISMA, Secretaris.
Leeuwarden, Maart 1933.