Twee en dertigste boekjaar. Mijne Heeren Hierbij hebben wij de eer U aan te bieden het verslag van den toestand der Bank en van hare verrichtingen gedurende het afgeloopen jaar met bijvoeging van het rapport, opgemaakt door het Accountants-Kantoor Joh. Doornbos te Groningen, als resultaat van het door dat Kantoor ingesteld onderzoek omtrent de gevoerde administratie over 1931 en den stand der Vennootschap. In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, den 18 Maart 1931 gehouden, werden de balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1930 goedgekeurd en het dividend op 24 vastgesteld. Aan het gedétailleerd verslag van de verrichtingen in het afgeloopen jaar wenschen wij wederom enkele opmerkingen van algemeenen aard te doen voorafgaan. De resultaten welke ons bedrijf dit jaar heeft opgeleverd geven reden tot tevredenheid. Zij zouden zich zelfs zeer gunstig van voorafgaande jaren hebben onderscheiden, als niet tengevolge van het prijsgeven door de Engelsche regeering van den gouden standaard in de maand September een geheel andere toestand op de geldmarkt in Nederland werd geschapen, waardoor het moeilijk werd pandbrieven te plaatsen en wij voor alles op liquiditeit onzer instelling bedacht moesten zijn, Daarvóór was de vraag naar onze pandbrieven zeer bevredigend. Aanvankelijk stelden wij het 4x/2 °/o type verkrijgbaar; toen wij daarna overgingen tot uitgifte van 4 pandbrieven vonden ook deze een zeer goeden aftrek. De bovenbedoelde ommekeer op de geldmarkt bracht in de plaatsing stagnatie, zoodat, aangezien wij per 1 November voor een bedrag van f 2.000.000.aan 5 pandbrieven extra aflosbaar hadden gesteld, het tot dien datum verkregen accres aan pandbrieven in omloop voor het grootste gedeelte wederom kwam te vervallen. Gelukkig was bij onze bank het door de crisis ontstane aanbod van pandbrieven niet noemenswaard. In het geheel werd door ons in het verslagjaar ingekocht f 389.200.tegenover f 283.400.in het jaar tevoren. Toen de toestand op de geldmarkt zich wederom eenigermate had gestabiliseerd, zijn wij overgegaan tot verkrijgbaarstelling van 5 pandbrieven. In totaal werd door ons aan pandbrieven geplaatst voor een bedrag van f 4.701.600. Aangezien voor een bedrag van f 4.339.300.door uitloting en inkoop aan den omloop werd onttrokken, heeft derhalve dit jaar de vooruitgang f 362.200.bedragen. Door het vervroegd aflossen van leeningen kregen wij dit jaar een bedrag van f 4.689.699.te onzer beschikking (in 1930f 5.410.511.Bovendien liep, wegens het verstrijken van den termijn, waarvoor ze waren gesloten, voor een totaalbedrag van f 3.603.904.(in 1930f 2.290.890.aan leeningen af, waarvan een belangrijk deel door ons op nieuwe voorwaarden werd verlengd. Ook in dit jaar werden door ons de onderpanden der leeningen, welke bij de grootere posten steeds bestonden in een complex van afzonderlijk verkoopbare perceelen, in hoofdzaak gevonden in courante woonhuis- en winkelpanden in de groote steden. Landposten heeft onze instelling zoo goed als niet. De betaling van rente en aflossing ging bijzonder vlot, zoodat wij aan het einde van het boekjaar in het geheel geen achterstand hadden. De enkele executies, welke dit jaar zijn geschied, hadden een gunstig verloop. Het netto-winsfcijfer bedraagt f 276.901.70. Tot dit resultaat heeft in de eerste plaats de rentewinst bijgedragen, welke f 215.643.34 is geweest, tegenover f 193.271.04 in 1930. De aan provisie op den dienst der leeningen gemaakte winst, welke f 147.158.23 heeft bedragen, tegenover f 174.322.94 in het voorafgaande jaar, is nadeelig beïnvloed, doordat de veranderde toestand op de geldmarkt in het laatste kwartaal het plaatsen van leeningen onmogelijk maakte. Het surplus van de gemiddelde hypotheekrente der uitstaande leeningen boven de gemiddelde rente van de in omloop zijnde pandbrieven, bedroeg op 31 December van het verslagjaar Algemeen Overzicht.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1931 | | pagina 6