17 BIJLAGE I. VERKLARING VAN DEN ACCOUNTANT. GRONINGEN, 7 Maart 1931. L. S. In opdracht van den Raad van Toezicht werd de administratie van de N.V. Algemeene Friesche Hypotheekbank te Leeuwarden, over het boekjaar 1930 door ons gecontroleerd. Wij hebben o.m.: de acten van de in 1930 gesloten leeningen (behoudens enkele, die tot heden nog niet zijn ingekomen) met de boeken in overeenstemming bevonden, zoomede de nagekomen acten van de over 1929 gesloten leeningen; de volgens de boeken verschuldigde renten en aflossingen verantwoord gevonden; de pandbrieven, welke volgens de boeken in portefeuille moesten ‘zijn, aanwezig, en de „gecreëerde pandbrieven” in overeenstemming bevonden met de opgemaakte processen verbaal; ons er van overtuigd, dat de aflosbaar gestelde pandbrieven, voor zoover aangeboden, büjkens de opgemaakte processen-verbaal, zijn vernietigd; het bewijs gezien, waaruit bleek, dat een deel van de effecten van de „Belegde Reserve” berustten bij de Nederlandsche Bank, terwijl de resteerende stukken ons werden getoond; de saldo-biljetten van kassiers en rekening-couranthouders in overeenstemming be vonden met de saldi volgens de boeken; de betaalde coupons en dividenden aanwezig bevonden. In het begin van dit jaar werd aan alle hypothecaire debiteuren schriftelijk opgaaf ver strekt van het bedrag hunner schuld per 31 December 1930, met verzoek, bij niet accoord- bevinding ons te berichten vóór 28 Februari 1.1. Wij hebben geen enkel bericht van niet accoord- bevinding ontvangen. Op grond van dit onderzoek verklaren wij, dat de door ons voor accoord geteekende Balans en Winst- en Verliesrekening, een juist overzicht geven van den toestand der Bank op 31 December 1930 en van de resultaten over het afgeloopen boekjaar. Accountantskantoor Joh. Doornbos, J. DOORNBOS.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1930 | | pagina 18