Acht en twintigste boekjaar.
Mijne Heerenl
Ingevolge art. 46 der Statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag
van den toestand der Bank en van hare verrichtingen gedurende het afgeloopen jaar met
bijvoeging van het rapport, opgemaakt door het Accountants-Kantoor Joh. Doornbos te
Groningen, als resultaat van het door dat Kantoor ingesteld onderzoek omtrent de gevoerde
administratie over 1927 en den stand der Vennootschap.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, den 16 Maart 1927 gehouden,
werden de balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1926 goedgekeurd en het
dividend op 20 vastgesteld.
Aan het gedétailleerd verslag van de verrichtingen in het afgeloopen jaar wenschen
wij wederom enkele opmerkingen van algemeenen aard te doen voorafgaan.
Het geheele jaar door werden door ons uitsluitend 4| pandbrieven verkrijgbaar
gesteld tegen een koers, welke met uitzondering van een korte periode van 98£
99 heeft bedragen. De inkoopkoers onzer 4 pandbrieven bleef gesteld op 92 terwijl
de 5 en 5£ pandbrieven tegen den parikoers wérden teruggenomen. Het bedrag der in omloop
zijnde pandbrieven nam toe met 1.059.500.ondanks de omstandigheid, dat voor een
bedrag van 2.024.300.door uitloting en aflosbaarstelling aan den omloop is onttrokken.
Behalve door den verkoop van pandbrieven, kregen wij ook door het vervroegd aflossen
van leeningen gelden te onzer beschikking en wel een bedrag van 2.306.362.(in 1926:
1.648.900.Bovendien liep, wegens het verstrijken van den termijn, waarvoor ze waren
gesloten, voor een totaal-bedrag van 1.865.920.(in 1926: 2.319.942.aan leeningen af,
waarvan het grootste deel door ons op nieuwe voorwaarden werd verlengd.
Ook in dit jaar werd door ons het onderpand der leeningen in hoofdzaak gevonden in
courante woonhuis- en winkelpanden in de groote steden. De rente, welke wij daarvoor konden
bedingen, heeft voornamelijk 5i bedragen.
De resultaten van het in dit jaar gevoerd bedrijf zijn wederom alleszins bevredigend;
de winst vertoont opnieuw een stijging, terwijl wij voor verliezen bleven gespaard. Hoofd
zakelijk is deze toeneming het gevolg van meerder gemaakte rentewinst, welke n.1. in totaal
156.135.53 heeft bedragen, tegenover 133.545.01 in 1926. Het totaal op den dienst der
leeningen genoten provisie, bleef echter bij het vorige jaar ten achter, deze bedroeg n.1.
ƒ79.385.02 tegenover 101.538.88 in 1926. Het surplus van de gemiddelde hypotheekrente
der uitstaande leeningen boven de gemiddelde rente van de in omloop zijnde pandbrieven
bedroeg op 31 December van het verslagjaar evenals het vorige jaar 0.80
Het netto-winstcijfer bedraagt 176.407.80 tegenover 164.183.08 in 1926. Evenals
het vorige jaar achten wij het gewenscht het nadeelig saldo aan koersrekening ad ƒ61.027.69
geheel uit de gemaakte winst af te schrijven. Daarbij wordt voorgesteld het dividend wederom
met één percent te verhoogen en te brengen op 21 terwijl de winst ons bovendien in staat
stelt onze reserves wederom aanzienlijk te versterken.
Op de laatste pagina van het verslag is een overzicht opgenomen van de bedrijfsresultaten
onzer Bank van het jaar van de oprichting af.
Algemeon
Overzicht.