Zeven en twintigste boekjaar.
Mijne Heerenl
Ingevolge art. 46 der Statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag
van den toestand der Bank en van hare verrichtingen gedurende het afgeloopen jaar met
bijvoeging van het rapport, opgemaakt door het Accountants-Kantoor Joh. Doornbos te
Groningen, als resultaat van het door dat Kantoor ingesteld onderzoek omtrent de gevoerde
administratie over 1926 en den stand der Vennootschap.
In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, den 10 Maart 1926 gehouden,
werden de balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1925 goedgekeurd en het
dividend op 19 vastgesteld.
Aan het gedétailleerd verslag van de verrichtingen in het afgeloopen jaar wenschen
wij wederom enkele opmerkingen van algemeenen aard te doen voorafgaan.
Het geheele jaar door is de vraag naar onze pandbrieven zeer groot geweest, waaraan
wij in hoofdzaak hebben kunnen voldoen door het plaatsen van pandbrieven. In den
aanvang van het jaar stelden wij nog 5% stukken verkrijgbaar tegen 101 maar nadat wij
deze nog een tijd lang hadden afgegeven uitsluitend voor conversie van uitgelote pandbrieven,
werd de uitgifte daarvan geheel stopgezet. De koers van uitgifte der %-pandbrieven, aan
vankelijk 98 werd reeds vrij spoedig door ons verhoogd en heeft vervolgens in het verslag
jaar gevarieerd tusschen 98£ en 99£ Daarmede gepaard ging een verhooging van den
inkoopkoers onzer 4 pandbrieven en wel van 88 tot 92 waarop die verder is ge
handhaafd gebleven. De 5 %-, 5| %- en 6 %-pandbrieven werden door ons tegen den pari-
koers teruggenomen.
Het bedrag der in omloop zijnde pandbrieven is in dit jaar zeer belangrijk toegenomen
en wel met 2.254.700.ondanks de omstandigheid, dat voor een bedrag van 1.223.500.
door uitloting aan den omloop is onttrokken.
Behalve door den verkoop van pandbrieven, kregen wij door het vervroegd aflossen
van leeningen te onzer beschikking een bedrag van 1.648.900.(in 1925: 1.077.920.
Bovendien liep, wegens het verstrijken van den termijn, waarvoor ze waren gesloten, voor een
totaal bedrag van 2.319.942.(in 1925: 1.837.606.aan leeningen af, waarvan het
grootste deel door ons op nieuwe voorwaarden werd verlengd.
Al ging het niet altijd gemakkelijk om voor de ons in ruime mate toevloeiende gelden
Algemeen
Overzicht.
