15 VERKLARING VAN DEN ACCOUNTANT. GRONINGEN, 8 Februari 1927. L. S. In opdracht van den Raad van Toezicht werd de administratie van de Algemeene Friesche Hypotheekbank te Leeuwarden, over het boekjaar 1926 door mij gecontroleerd. Ik heb o.m.: de acten van de in 1926 gesloten leeningen (behoudens enkele, die tot heden nog niet zijn ingekomen) met de boeken in overeenstemming bevonden; bij wijze van steekproef aan 25 debiteuren een saldobiljet gezonden en van alle de accoordbevinding terugontvangen; de volgens de boeken verschuldigde renten en aflossingen verantwoord gevonden; de pandbrieven, welke volgens de boeken in portefeuille moesten zijn, aanwezig, en de „gecreëerde pandbrieven” in overeenstemming bevonden met de opgemaakte processen verbaal; mij er van overtuigd, dat de aflosbaar gestelde pandbrieven, voor zoover aangeboden, blijkens de opgemaakte processen-verbaal, zijn vernietigd; het bewijs gezien, waaruit bleek, dat een deel van de effecten van de „Belegde Reserve” berustten bij de Nederlandsche Bank, terwijl de resteerende stukken mij werden getoond; de saldo-biljetten van kassiers en rekening-couranthouders in overeenstemming be vonden met de saldi volgens de boeken; de betaalde coupons en dividenden aanwezig bevonden. Op grond van dit onderzoek verklaar ik, dat de door mij voor accoord geteekende Balans en Winst- en Verliesrekening, een juist overzicht geven van den toestand der Bank op 31 December 1926 en van de resultaten over het afgeloopen boekjaar. Accountantskantoor Joh. Doornbos, J. DOORNBOS.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1926 | | pagina 17