Zes en twintigste Boekjaar. Mijne Heeren! Ingevolge art. 46 der Statuten hebben wij de eer U hierbij aan te bieden het verslag van den toestand der Bank en van hare verrichtingen gedurende het afgeloopen jaar met bijvoeging van het rapport, opgemaakt door het Accountants-Kantoor Joh. Doornbos te Groningen, als resultaat van het door dat Kantoor ingesteld onderzoek omtrent de gevoerde administratie over 1925 en den stand der Vennootschap. In de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders, den 11 Maart 1925 gehouden, werden de balans en winst- en verliesrekening over het boekjaar 1924 goedgekeurd, het dividend op 18 vastgesteld, terwijl daarin als Commissaris werd herkozen de Heer Mr. A. F. van Hall, die zijne herbenoeming aannam. Het verslag der verrichtingen in het afgeloopen jaar wenschen wij wederom te doen voorafgaan door eenige algemeene opmerkingen over den gang van ons bedrijf. De daling der rente, welke verschillende openbare lichamen in den loop van het jaar er reeds toe bracht hunne 6 %- en 5| %-leeningen tegen lagere rente te converteeren, bracht voor ons mede een stijging van den prijs, waarvoor wij onze pandbrieven verkrijgbaar konden stellen. De koersen van uitgifte zijn dan ook, vooral in de eerste helft van het jaar herhaal delijk door ons moeten worden verhoogd. Aanvankelijk nog 5J %-pandbrieven uitgevende tegen den koers van 99 moesten wij dien koers reeds spoedig tot 100 en daarna nog tot 101 verhoogen. Tegen het einde van het eerste kwartaal staakten wij de uitgifte daarvan en stelden wij uitsluitend 5 %-pandbrieven verkrijgbaar. Ook de koers daarvan, die toen nog 99 bedroeg, werd van lieverlede door ons verhoogd, totdat ook deze tot 101 was gestegen. Eindelijk, n.1. in de laatste maand van het jaar werd ook de uitgifte van deze stukken door ons stopgezet en stelden wij in plaats daarvan 4£ %-pandbrieven verkrijgbaar tegen den koers van 98 Tot dat tijdstip was de inkoopkoers van laatstbedoelde stukken allengs opgeloopen van 91 tot 96 terwijl ook de inkoopkoers der 4 %-pandbrieven van 81 bij het begin van het jaar geleidelijk tot 88 aan het einde daarvan was verhoogd. Het geheele jaar door is de vraag naar onze pandbrieven zeer groot geweest, zoodat, waar het niet altijd gemakkelijk viel de hand te leggen op de daarvoor noodige hypotheek- aanvragen, ook daardoor de herhaalde verhooging der koersen onzer pandbrieven wordt verklaard. Het bedrag der in omloop zijnde pandbrieven is in dit jaar vooruitgegaan met Algemeen Overzicht.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1925 | | pagina 7