8 waarde met 19.271,89, terwijl de gekweekte rente ad 15.162,77 aan het fonds werd toe gevoegd. De overeenkomstig het besluit van de Algemeene Vergadering van Aandeelhouders gecreëerde extra-reserve werd met 34.500.verhoogd; daaraan werd voor rentevergoeding over het boekjaar toegevoegd ƒ5.242,01. Op de daarvoor bestemde Reserve voor koersver schillen ad 6.070,011 werd het op blz. 11 nader aangegeven saldo afgeschreven, waardoor deze reserve werd teruggebracht tot 1.966,40^. Ingevolge het in 1913 genomen besluit had in onze vergadering van 27 Januari 1925 de loting plaats van 60.000.4 pandbrieven, welke uitsluitend in de maanden Juni en Juli verwisselbaar werden gesteld tegen 4| uitlootbare pandbrieven, zonder koersverrekening en zonder bijbetaling van kosten. In totaal werden hiervan ter conversie aangeboden 49.900. 4 pandbrieven. Het ligt in onze bedoeling evenals in vorige jaren de niet aangeboden stukken bij de volgende loting wederom in aanmerking te doen komen. In onze vergadering van 27 Jan. 1925 had ten overstaan van notaris N. Ottema te Leeuwarden de zevende jaarlijksche uitloting plaats van 4J en 5 pandbrieven, de vijfde van 6 pandbrieven en de derde van 5| pandbrieven. In totaal werd uitgeloot voor een bedrag ad 157.700.4J pandbrieven, 167.000.5 pandbrieven, 116.800. 6 pandbrieven en ƒ39.100.5£ pandbrieven, welke stukken per 1 Juni 1925 pari aflosbaar werden gesteld. Bovendien had in onze vergadering van 4 Juni 1925 ten overstaan van notaris Mr. P. D. Poelstra te Leeuwarden een extra uitloting plaats van 6 pandbrieven, waarbij werd uit geloot in totaal voor een bedrag van 693.200.welke stukken per 16 Juli 1925 pari aflos baar werden gesteld. Gedurende het afgeloopen jaar moest de Bank viermaal gebruik maken van het recht van executie krachtens art. 1223 B. W., éénmaal tengevolge van faillissement van den debiteur en driemaal tengevolge van verzuim in de betaling der rente. In één geval was de opbrengst ruimschoots voldoende om onze totale vordering van hoofdsom, rente en kosten daarop te verhalen, bij twee executies kwamen wij op onze vorderingen in totaal 1.620,02 tekort, welk bedrag wij op de winst- en verliesrekening hebben afgeschreven. In het vierde geval hebben wij het raadzaam geoordeeld het betrokken onderpand, een perceel op günstigen stand te Rotterdam, in te koopen. Conversie. Uitloting. Executie’s. Ingekochte onder panden.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Algemeene Friesche Hypotheekbank | 1925 | | pagina 10